Drijfveren
nieuws
nieuws
28 juni 2016
Mirthe, een meisje van 11 jaar uit Hasselt, hield in groep 8 een
spreekbeurt over het onderduikverhaal van de familie van Dam bij
mijn grootvader. Het was heel stil in de klas. Mirthe maakte er met
behulp van mijn website een duidelijk verhaal van. Haar juf vond het
een erg goed onderwerp. Ze had ook de Tweede Wereldoorlog als
onderwerp kunnen kiezen, maar door één verhaal eruit te lichten,
kwam het veel dichterbij. Mooi gedaan, Mirthe!
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Gisteren schreef ik iets over de Jodenvervolging in de Tweede Wereldoorlog. Ik ben blij dat mijn grootvader Binne acht Joodse mensen uit de handen van de nazi’s redde. Tegelijkertijd ben ik mij ervan bewust dat ik aan deze redding niets heb bijgedragen. Ik had ook in een gezin geboren kunnen worden waar nazisympathieën waren. Dat overkwam Emile van Rouveroy van Nieuwaal. Toen hij kleuter was, vochten drie van zijn broers aan het Oostfront voor de Waffen-SS. Hij deed net als ik onderzoek naar de drijfveren van zijn familie. Na 70 jaar doorbreekt hij een leven lang zwijgen en overwint hij een diepgewortelde schaamte met het maken van een indrukwekkende documentaire:
Een filmpje over de Jodenvervolging in de Tweede Wereldoorlog dat mij bij de keel grijpt en verbijsterd achterlaat:
Ariërverklaring
In de
correspondentie van mijn grootvader vond ik een bijzonder
interessant document, dat heel veel over hem zegt. Het is een
zogenaamde Ariërverklaring. In oktober 1940 moesten alle ambtenaren
en onderwijzers in Nederland deze door de Duitsers opgestelde
verklaring invullen en inleveren.
Ook mijn grootvader moest verklaren geen Jood te zijn. Wie onjuiste informatie gaf, werd op staande voet ontslagen. De Duitsers konden zo precies nagaan wie wel of niet Joods was. Degenen met Joodse voorouders werden korte tijd na het invullen van de verklaring ontslagen. 200.000 Nederlanders moesten de verklaring afleggen en slechts enkele tientallen weigerden. Eind november 1940 werden op basis van deze verklaringen ruim 2500 mensen ontslagen.
Mijn grootvader Binne zie je dubben: toch maar invullen? Maar dan een beslist neen. Is dat de reden waarom hij na 1940 geen les meer heeft gegeven? (klik op de foto om te vergroten)
Veehandel
De joodse onderduikers bij mijn grootvader Binne was een familie van veehandelaren. Zowel opa van Dam als zijn zoon Aalje van Dam handelden in koeien en paarden. In een radio-uitzending van de VPRO over het joodse leven in de provincie Groningen van voor de Tweede Wereldoorlog, hoorde ik dat 80 % van de veehandelaren joods was. Ze doorspekten hun Groningse dialect met Jiddísch.
Elektriciteit
Vanaf december 1940 was de elektriciteit en het gas op rantsoen.
Lastig, want in het huis van mijn grootvader werd veel gelezen. Mijn
vader Gerrit wist een oplossing.
Hij zette een fiets op een standaard en maakte meerdere dynamo’s aan
de wielen vast. Om de beurt werd er door de jongeren ‘gefietst’ en
kon er bij lampjes gelezen worden! (En intussen was het eerste
fitnessapparaat uitgevonden.)
In bioscopen draaiden filmpjes waarin op zuinigheid werd
aangedrongen.
Heb je tips, ideeën of opmerkingen, mail me op ytje@drijfveren.info
Mijn grootvader Binne werd geboren op 4 mei 1898. Een gedenkdag vandaag. Herdacht wordt er ook aan het Binnenhof in Den Haag bij het oorlogsmonument ‘Erelijst van Gevallenen 1940 -1945’. In het boek met deze Erelijst met 18.000 gekalligrafeerde namen wordt Binne Roorda genoemd. Elke dag slaat een bode van de Tweede Kamer een bladzijde van de Erelijst om, zodat alle namen in een periode van twee jaar een keer te lezen zijn.
Aalje van Dam gaf in de jaren vijftig de naam van mijn grootvader Binne op voor deze lijst. In een brief vertelt hij dat Binne acht joodse onderduikers had en dat hij in het verzet zat. Aan het einde van de brief valt natuurlijk de volgende zin mij extra op: Er zou een boek te schrijven zijn over de daden van deze ware held. (In 2010 kwam er ook een digitaal monument van de Erelijst van Gevallenen 1940 – 1945: www.erelijst.nl.)
Eerste Kamervoorzitter Ankie Broekers-Knol en Tweede Kamervoorzitter Khadija Arib legden vandaag namens de Staten-Generaal een krans bij de ꞌErelijst van Gevallenenꞌ in het gebouw van de Tweede Kamer (foto: Tweedekamer)
Heb je tips, ideeën of opmerkingen, mail me op ytje@drijfveren.info
Een joodse familie in het gezin van een gereformeerde schoolmeester
In het huis van mijn grootvader Binne was het een harmonieus samenzijn van een joodse en gereformeerde familie. Oma van Dam was streng in de leer en mijn grootvader ook. In een slaap- en zitkamertje werd door de familie van Dam de sabbat gevierd en de volgende dag door Binnes gezin de zondag. Maar bij de maaltijden bad mijn grootvader met de beide families en werd de bijbel van voor tot achter gelezen.
Van dit bijzondere samenleven werd ik mij vorige week extra bewust, toen ik de persoonlijke brieven, boeken, foto’s en voorwerpen van Jacob van Dam bekeek en las. Jacob was de jongste onderduiker en dit gedeelte van zijn nalatenschap kreeg de Stichting Historische Kring Noordelijk Hunsingo.
Naast veel joodse gebedenboeken, was er ook de zilveren kiddoesj-beker van de familie van Dam. De kiddoesj-beker is belangrijk in joodse gezinnen en wordt aan het begin van de sabbat gebruikt.
Kiddoesj is de zegening die wordt uitgesproken aan het begin van de sabbat of de joodse feestdagen (bijvoorbeeld Jom Kippur en Nieuwjaar). De Kiddoesj wordt over deze beker uitgesproken.
Bovendien wordt de beker op de Seideravond van Pesach (Pasen, het feest van de bevrijding uit de Egyptische slavernij) gebruikt als beker voor de wijn voor de profeet Elia (voor het geval dat deze ook aan de Seider zou komen deelnemen). Het wordt dan niet gebruikt als kiddoesj-beker.
De kiddoesj-beker werd dus tenminste elke vrijdagavond gebruikt Dit was in ieder geval wat Benjamin van Dam zich herinnert van wat bij de Duits - Joodse gezinnen gebruikelijk was. Misschien verschillen hieromtrent de gebruiken met die van de Sefardische joden.
![]() De Duitse Bijbel van mijn grootvader |
![]() De kiddoesj-beker van de familie van Dam |
Heb je tips, ideeën of opmerkingen, mail me op ytje@drijfveren.info
‘Meester Roorda vroeg erom dat hij opgepakt zou worden’, zei een oude dame in een interview twee jaar geleden tegen mij. Stomverbaasd vroeg ik haar waarom ze dacht dat het mijn grootvader Binne zijn eigen schuld was dat hij gearresteerd was. ‘Nou,’ antwoordde ze mij, ‘er werd gezegd dat hij openlijk verzetskrantjes op het station uitdeelde.’
Na dat interview vroeg ik aan mijn oom Philippus en tante Foekje of hun vader inderdaad verzetskrantjes uitdeelde. Ze vertelden dat het evangelisatieblaadjes waren. Mijn grootvader Binne evangeliseerde onder Duitse soldaten en hij had een Duits krantje over het geloof in Jezus voor hen opgesteld. Vanaf het moment dat ik dat wist, wilde ik heel graag zo’n blaadje zien. Gisteren vond ik het! Na twee jaar! (Het lag tussen alle correspondentie van mijn familie.)
![]() |
![]() |
Onderduiken
Als kind klonk het mij romantisch in de oren. Ik besef steeds meer hoe moeilijk en uitzichtloos het was. Je was niemand meer. Je bezit was ergens daar buiten en het was de grote vraag of je het ooit terug zou krijgen. In een kleine ruimte zat je boven op elkaar, met voortdurend de angst om ontdekt te worden. Deze week schreef ik een verhaal over gevaar bij het onderduiken aan de Ernst Casimirlaan 4a. Een fragment:
Benjamin staat naast Aalje in de kleine keuken en ziet hoe zijn vader het scherpe mesje onder de huid van de schapenkop doorhaalt. Met handige gebaren trekt Aalje de ogen uit hun kassen. ‘Zo, de rest kunnen we eten, behalve natuurlijk de botten,’ zegt hij tevreden tegen Benjamin. Voorzichtig pakt hij de kop en laat hem in het kokende water zakken. ‘Er zit veel vlees op deze keer.’ Dan klinkt hard de voordeurbel. Met één beweging zet Aalje het gas onder de pan uit en pakt Benjamin bij zijn arm. ‘Naar boven,’ fluistert hij. Nog een keer gaat de bel, er is niemand om de voordeur te openen.
![]() |
![]() |
Brieven 3
Er zijn meerdere brieven van Maaike de Zoete in het brievenarchief. In onze familie heet ze ‘juf’. Ik herinner mij haar als iemand die een duidelijke stem had en ook hard kon lachen. Het leuke is dat haar brieven ook in een duidelijk handschrift geschreven zijn. Een ‘ferm’ handschrift, die term past bij haar. Wat had mijn grootvader in de Tweede Wereldoorlog moeten beginnen zonder onze ‘ferme’ en doortastende juf? Ze was sterk en dapper en had een enorm organisatietalent. Dat moest ook wel om goed voor de acht joodse onderduikers, mijn grootvader en zijn vijf kinderen te kunnen zorgen.
‘Juf’ de Zoete (klik op de foto om te
vergroten)
Brieven 2
Het zou wel handig zijn als iemand alle brieven uit het archief van
mijn familie even wilde uittypen ;-) Het vraagt heel veel geduld om
al die handschriften te ontcijferen! En dan krijgt mijn grootvader
Binne in 1930 en 1932 ook nog Duitse brieven… In die jaren studeerde
hij in de zomervakantie Duits in Duitsland en zo haalde hij in 1932
zijn Duitse akte. In die weken in Duitsland werd hij zich ook bewust
van het gevaar van het nationaal-socialisme.
![]() |
![]() |
Een nieuwjaarsgroet uit Filsen,
Duitsland (klik op de foto's om te vergroten)
Brieven1
Mijn familie bezit een enorm brievenarchief dat begint met een
brief uit 1888 van mijn over-, overgrootmoeder Grietje Roorda –
Vellinga. Zij leefde bijna een eeuw, van 1829 tot 1925. Dit archief
is natuurlijk bijzonder interessant, ook voor mijn boek. Vandaag was
ik er wat in aan het grasduinen. Het is niet alleen heel boeiend,
maar soms ook ontroerend, zoals die ene brief van mijn grootvader
Binne waarin hij de laatste woorden van mijn grootmoeder Pietje
opschreef. Ze stierf aan hoge koortsen na de geboorte van mijn
jongste tante. Haar laatste woorden zijn bijna te privé om te lezen.
Ik ga ze hier ook niet neerzetten, maar wel in mijn boek.
Grietje Roorda-Vellinga (klik op de foto om te vergroten)
Mijn grootvader redde Zelma Philips uit een ziekenhuis in Doetinchem. Ik hoorde dit verhaal van mijn oom Philip, tante Grietje en van Benjamin van Dam. Hun verhalen kwamen overeen, ondanks dat het 74 jaar geleden is, maar bepaalde details wisten ze niet. Lag Zelma in het Wilhelminaziekenhuis of in het Sint Jozef Ziekenhuis? Wat is de afstand van het ziekenhuis naar het station? Waar liepen ze langs?
Op de eerste en belangrijkste vraag kreeg ik antwoord van Henny Roosenburg, secretaris van de Historische Vereniging Deutekom. Ze is meteen op zoek gegaan en kon mij vertellen dat Zelma in het Sint Jozef Ziekenhuis was opgenomen. Verder gaf ze tips voor artikelen en een boek over de Joden in Doetinchem. Prachtig, dit enthousiasme!
(klik op de foto's om te vergroten)
![]() met rechts vooraan. de manufacturenwinkel van Jacob en Zelma Philips. |
![]() |
Hieronder
staat verhaalfragment. Vooraf: door een slimme truc waren de twee
Duitse soldaten die de hele dag bij Zelma Philips in het ziekenhuis
op wacht zaten, weggelokt. (Daarover meer in het boek ;) )
Als Zelma haar ogen open doet, hoort ze een geluid. Ze tast naar haar bril op het nachtkastje en ziet een man naast haar bed staan. Bij de kraag van zijn jas vallen de ouderwetse halsboorden haar op. In zijn linkerhand heeft hij een bolhoed. Hij is kalend, ze schat hem begin veertig. Met heldere ogen kijkt hij haar ernstig aan. ,,Mijn naam is Roorda, uw dochter is in mijn huis in Groningen en u gaat met mij mee. Kunt u zich aankleden en op eigen gelegenheid naar buiten lopen?” Haar mond valt open, maar dan knikt ze ja. ,,Ik wacht op u voor het ziekenhuis”, hoort ze hem bij de deur zeggen.
Morgen deel 3
(klik op de foto om te vergroten)
In
december 1942 ontvoerde mijn grootvader Binne de zestigjarige Jodin
Zelma Philips uit het ziekenhuis in Doetinchem en redde daardoor
haar leven. Ze speelden beiden een heldenrol. Dit is heel in het
kort het verhaal dat ik nu aan het schrijven ben. Een prachtig en
spannend verhaal, mooi om te schrijven. Wel zijn er twee hobbels die
ik moet nemen:
Er zijn ontelbare mogelijkheden om een verhaal te vertellen, hoe doe ik dat? Hoe lang ga ik door met het zoeken naar antwoorden op vragen over details die ik niet weet?
Morgen deel 2
(klik op de foto om te vergroten)
Heb je tips, ideeën of opmerkingen, mail me op ytje@drijfveren.info
Nog een laatste bericht over Nieuwlande.
Nieuwlande
was de plaats waar mijn grootvader voor het eerst als schoolmeester
aan het werk ging. Dit jaar bestaat ‘zijn’ school honderd jaar.
Nieuwlande is een bijzondere plaats Het hele dorp kreeg de Yad
Vashem onderscheiding. Deze onderscheiding wordt door Israel gegeven
aan niet-joden die joden hielpen onderduiken, ontkomen en overleven.
De Yad Vashem onderscheiding wordt uitgereikt aan personen, maar
toen ik in 2014 in Israel was, zag ik in de
tuin van ‘de Rechtvaardigen onder de volken’ dat Nieuwlande
als dorp onderscheiden was. Twee bekende personen woonden er:
Johannes Post, leider van de Landelijke Knokploegen en dominee Frits
Slomp (Frits de Zwerver), hoofd van de Landelijke Organisatie voor
Hulp aan Onderduikers. Beiden kwamen er wonen na het vertrek van
mijn grootouders naar Oudeschip.
(klik op de foto om te vergroten)
Nieuwlande
Mijn grootouders Binne en Pietje begonnen hun huwelijk in Nieuwlande in januari 1921. Drie jaren later, in 1924 werd hun eerste kind geboren, een zoon, Philippus. In het jaar daarna was er een tweeling op komst, die op 10 juni 1925 werden geboren: Ytje en Gerrit. (Ytje is de tante naar wie ik vernoemd ben en Gerrit is mijn vader.)
Op deze foto woont het gelukkige gezin nog in Nieuwlande. In 1926 verhuist de familie naar Oudeschip. Daar worden nog twee meisjes geboren: Grietje (1928) en Foekje (1929). Vlak na de geboorte van Foekje overlijdt mijn grootmoeder Pietje.
De "School met de Bijbel" bestaat 11 februari as. 100 jaar. Kijk hier voor de feestelijkheden. In dit artikel staat ook een foto van de school waarop mijn grootvader heel klein op staat. Maar hij is te herkennen aan zijn bolhoed.
(klik op de foto om te vergroten)
Heb je tips, ideeën of opmerkingen, mail me op ytje@drijfveren.info
Deel 3:
‘Ook de kast in de hoek van een kamer was verboden gebied. Egbert wist te vertellen dat daar een geheime gang was verborgen, waardoor je naar de begane grond in de tuin kon klimmen. Helaas hebben we dat nooit durven onderzoeken. Wij beperkten ons tot de kruipruimten tussen de plafonds. Uiteindelijk hebben we het pakket met een hark naar ons toe getrokken en het open gemaakt. Ik voel nog de angst bij het losmaken van het touw. Niemand van ons durfde het papier eraf te wikkelen. Uiteindelijk viel de oogst bitter tegen: het was een soort noodpakket met o.a. fakkels en kaarsen en nog andere spullen die ik me niet meer kan herinneren.’
Dat was het verhaal van Hans. Wie zou het pakket daar neergelegd hebben. Mijn vader of juf? Of latere bewoners van het huis?
Kijk hier wat Benjamin van Dam jr. over zíjn ervaring in één van die schuiplaatsen.
(klik op de foto's om te vergroten)
![]() |
![]() En kon het tevens aan de huidige bewoners tonen. |
Heb je tips, ideeën of opmerkingen, mail me op ytje@drijfveren.info
Deel 2:
‘Ik herinner me nog dat we op zolder aan de straatkant de vloerplanken hadden gelicht en daar een pakket zagen liggen. Geolied papier met een touw erom. Dat was volgens Egbert vast van de onderduikers die daar in de oorlog hadden gezeten. Reuze spannend. We durfde het pakket eigenlijk niet aan te raken, omdat we er van overtuigd waren dat er een bom of tenminste een geweer in was verborgen. We durfden ook niet onder de vloer te kruipen, want dan zouden we behoorlijk vies worden en we moesten aan het eind van de middag nog naar de kerk…Bovendien liepen we het gevaar dat de ouders van Egbert en Eise wakker zouden worden. Dat zou een ramp betekenen, wat we deden iets wat absoluut verboden was.’
Morgen deel 3
(klik op de foto's om te vergroten)
Heb je tips, ideeën of opmerkingen, mail me op ytje@drijfveren.info
Deze week was ik opgesloten in huis vanwege de gladde wegen. Ideale omstandigheden om veel te schrijven. Helaas lukte dat niet echt, maar vandaag werd ik opgevrolijkt door een mail van Hans (67). Het leuke van onderzoek doen is dat je per verrassing dit soort verhalen krijgt! Vandaag deel 1 uit de mail van Hans:
‘Ik heb als jongetje van 10/11 jaar vaak aan de Ernst Casimirlaan 4a gespeeld, de voormalige woning van jouw familie. Ik was bevriend met mijn klasgenootje Eise Bakker, die daar toen woonde. Vooral op zondagmiddag was dat een spannende bezigheid. Wanneer de ouders een middagdutje deden, gingen Egbert(de oudste broer), Eise en ik op ontdekkingstocht in het huis. We waren vooral op zoek naar geheime gangen verborgen luiken en we hoopten daar spullen te vinden, het liefst wapens of munitie. Wisten wij veel….’
Morgen deel 2
(Klik op de foto's om te vergroten)
![]() |
![]() laatste keer hun oude huis bezochten (september 2013) |
Heb je tips, ideeën of opmerkingen, mail me op ytje@drijfveren.info
28 december 2015
Ook de Nazi's vierden kerst. Hoewel zij het liever Julfest noemden.
Ze hadden zelfs kerstvakantie. Vanuit Westerbork vertrok tussen juli
1942 en september 1944, wekelijks een trein richting een
vernietigingskamp. Behalve rond kerst. Dan stonden de transporten
een paar weken stil. Jacob Philips werd 12 december 1942 op het
laatste transport van dat jaar gesteld.
![]() |
![]() |
![]() |
(foto's KZ-Gedenkstätte Neuengamme en Yad Vashem)
Heb je tips, ideeën of opmerkingen, mail me op ytje@drijfveren.info
Jacob en Johan
Het verhaal van Jacob en Johan Philips, de man en zoon van de ondergedoken oma Doet is verdrietig.
Zoon Johan werd op 1 september 1942 in een werkkamp in Ruinen geplaatst en een maand later, op 2 oktober werd hij naar Westerbork gebracht. Daarna kwam hij in het werkkamp Monowitz bij Auschwitz terecht, waar hij op 28 februari 1943 stierf, 38 jaar oud. Jacob Philips kwam na een razzia in Doetichem op 18 november 1942 in Westerbork aan. Op 12 december 1942 ging hij op transport naar Auschwitz. Drie dagen later is hij daar vermoord, 62 jaar oud.
In het huis van mijn grootvader wist niemand van hun lot.
(klik op de foto's om te vergroten)
![]() |
![]() |
![]() |
Heb je tips, ideeën of opmerkingen, mail me op ytje@drijfveren.info
Oma Doet
Er doken twee joodse oma’s
onder in het huis van mijn grootvader Binne. Oma van Dam en oma Doet
(ze kwam uit Doetichem). Oma Doet heette Zelma Philips, zij was de
moeder van Aletta van Dam – Philips en oma van de beide jongens
Benjamin en Jacob. Oma Doet ontsnapte aan een razzia door zich ziek
voor te doen. Eind november 1942 werd ze uit het ziekenhuis in
Doetichem gesmokkeld door mijn grootvader. Deze maand ontdekte ik
wat er precies met haar man en zoon, Jacob en Johan Philips
gebeurde. Daarover morgen meer.
Heb je tips of opmerkingen, mail me dan alsjebieft op ytje@drijfveren.info
Max Pauly
Max Pouly was de zoon van de kruidenier in het dorpje Wesselburen. Wesselburen is een klein dorpje aan de Duitse Waddenkust niet ver Denemarken. Na zijn middelbare school hielp hij zijn vader in de winkel. Maar in 1928 werd Max lid van de Nationaal Socialistische Partij van Duitsland. Hij was toen 21. Max koos toen voor een loopbaan binnen de SS. Hij verloofde zich met Käte Scharf, de dochter van een veehandelaar uit zijn geboortedorp. Misschien kenden zij elkaar nog van school.
(klik op de foto's om te vergroten)
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Bijgaande foto's kunnen van hun verlovingsfeest zijn geweest. Max is opgewekt en geniet van de aanwezigheid van vrienden en familieleden.
Hoe kan het dat deze familieman in Polen ruim 1400 psychiatrische
patiënten en verstandelijk gehandicapten liet vermoorden?
Hoe kan het dat deze intelligente man de ideeën van Himmler overnam en lid werd van het beruchte Totenkopf Regiment?
Als lid van dit SS korps werd hij de commandant van het concentratiekamp Stutthof en vanaf 1942 commandant van Neuengamme. Hij werd daardoor verantwoordelijk voor de dood van tienduizenden gevangenen, waaronder Binne Roorda uit Groningen.
(klik op de foto's om te vergroten)
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Op 13 mei 1946 werd Max Pauly door de Britse rechtbank in Hamburg voor deze wandaden ter dood veroordeeld.
Klik hier om het hele album met foto's uit Max Pauly's leven te zien.
Heb je tips, ideeën of opmerkingen, mail me op ytje@drijfveren.info
Philippus Roorda
20 april 1924 – 3 december 2015
Gisteren namen we in een indrukwekkende dankdienst afscheid van mijn oom Philip. Op zijn rouwkaart stond: ,,Hij leefde in het vaste geloof dat er vrede is door het bloed van Christus en dat Gods genade allesomvattend is.” Vanuit die genade kon hij ontspannen leven en was hij een bron van wijsheid en inspiratie voor veel mensen. Ik zie het als een groot geschenk dat ik zoveel mooie gesprekken met hem mocht voeren in de afgelopen twee en half jaar. Op een warme septemberdag in 2013 zaten we buiten in de zon en werden er foto’s gemaakt. Het plezier spat van onze gezichten af. Prachtige herinneringen! Mijn oom koesterde in zijn lange leven de goede contacten met de familie van Dam. Hij werd naar zijn wens in een (ruwhouten) joodse kist begraven.
Dreigend beeld
De bij mijn grootvader ondergedoken grootouders van Dam waren al in 1928 uit Warffum naar Groningen verhuisd om dichter bij de synagoge te zijn (foto links). Wie had kunnen bedenken dat ze belaagd zouden worden door de Nederlandse SS? Hier paraderend op het A-kerkhof, op 340 meter afstand van hun geliefde synagoge in april 1941 (foto rechts). Een beangstigend en dreigend beeld, waaruit al duidelijk werd dat het helemaal fout zou gaan.
![]() |
![]() |
Heb je tips, ideeën of opmerkingen, mail me op ytje@drijfveren.info
Verzet
Overal wordt vermeld dat mijn grootvader in het verzet zat. Maar ik heb er nog geen bewijzen van kunnen vinden dat hij in het verzet actief was. Mijn gereformeerde grootvader zat volgens de archieven bij de communistische verzetsgroep de Groot. Maar was dat wel zo? Hoe kwam hij aan de grote hoeveelheid bonkaarten voor zijn onderduikers als dat niet zo was?
Ik las in oude aantekeningen van mijn tante Foekje (86) dat ze zich een jonge dokter herinnerde die gedood werd bij een bonkaartenroof. Mijn vraag ligt nu bij Bettie Jongejan van het Oorlogs en Verzetscentrum of ze in de archieven iets over deze ‘jonge dokter’ kan vinden. En zo zoek en puzzel ik – tussen het schrijven door – verder.
Heb je tips, ideeën of opmerkingen, mail me op ytje@drijfveren.info
Casettebandjes
Ik heb nu al twee boeken ontdekt die geschreven zijn op grond van ingesproken casettebandjes. Beide boeken gaan over onderduiken. De betrokken personen hebben in de jaren negentig de bandjes al ingesproken en pas later zijn er boeken over geschreven. Had ik dat ook maar gedaan met mijn vader! Hoe eenvoudig kan het zijn. Mijn vader had een heel goed geheugen en kon mooi vertellen over de onderduiktijd van de familie van Dam, maar ik kwam niet op het idee.
Nu zijn er onduidelijkheden voor mij. Daarover morgen meer. (Interesse in de boeken die ik noemde? Ze zijn beide het lezen waard: De onderduikers, door Peter Hein en Ondergedoken, door Hermann Simon en Irene Stratenwerth.)
Heb je tips, ideeën of opmerkingen, mail me op ytje@drijfveren.info
(klik op de foto om te vergroten)
Hoe raak ik op een ochtend in augustus verzeild in de binnenstad van Groningen, in straatjes met namen als Butjesstraat, Kleine Butjesstraat, Het Klooster en Eerste Drift?
Wim Sanders bewaarde in de Tweede Wereldoorlog geld, kostbaarheden en kleding van de joodse familie van Dam, die bij mijn grootvader Binne ondergedoken zat. Zijn kinderen begeleiden mij op deze zonnige dag langs huizen die belangrijk waren in het leven van de Van Dams en hun vader. Ik kijk mijn ogen uit en vraag me af of de huidige bewoners zich bewust zijn van de bijzondere geschiedenis van hun huis.
Bij de woning van de familie van Dam aan de Spilsluizen (klik op de foto om te vergroten)
Heb je tips, ideeën of opmerkingen, mail me op ytje@drijfveren.info
Wat zijn siepeltjes? Wat is d’Olle Grieze? Groningen stroomt vol met nieuwe studenten, die massaal Gronings willen leren in de introductieweek. Deze zogenaamde KEI-week zit vol met activiteiten, maar ’s morgens is het nog rustig ‘in stad’. Gelukkig, want uitgerust na een warme vakantie begin ik weer aan de eerste activiteit voor mijn boek: een zomerse stadswandeling! Binnenkort hier meer over.
d'Olle Grieze vóór de oorlog (klik op de foto om te vergroten)
Heb je tips, ideeën of opmerkingen, mail me op ytje@drijfveren.info
Intussen correspondeer ik met de heer Piet Dam, die ik ontmoette in Sandbostel. Hij deed onderzoek naar de gebeurtenissen in Neuengamme en Sandbostel. Ik krijg van hem veel bijzonder interessante informatie.
Verder ga ik van het ene feest naar het andere. Vrienden van wie hun huwelijk een halve eeuw oud is, mijn moeder die 90 werd en mijn afstuderende zoon! Ook de bekende 'juni-feestjes', bbq's en een familieweekend nemen tijd in beslag, weinig tijd om onderzoek te doen en te schrijven aan mijn boek.
Heb je tips, ideeën of opmerkingen, mail me op ytje@drijfveren.info
Voor mij was het een indrukwekkende maand mei, met het bezoek aan Neuengamme en Sandbostel en daarna aan Cor Bos. Ondanks alle vreselijke dingen die ik hoorde, was het een goede tijd door al de inspirerende mensen die ik ontmoette.
Vorige week bezocht ik Cor Bos, hij is nu 92 jaar. Hij kende mijn grootvader Binne niet, maar hij kon mij alles vertellen over deze treinreis, wat hij beleefde en wat de omstandigheden waren. Ook toen was hij sterk en had hij de taak om tijdens de stops de doden uit de wagon te halen en langs de rails te leggen. Hij nam dan zijn kans waar om een doek in de sloot te houden en daar het water uit te zuigen, want tijdens het transport kregen ze nauwelijks eten of drinken.
(klik op de foto om te vergroten)
Neuengamme en Sandbostel
In de afgelopen dagen bezocht ik de concentratiekampen Neuengamme en Sandbostel. Wat kan ik erover vertellen? Ik heb zoveel indrukken opgedaan, zoveel gezien en gehoord. In deze kampen kwamen de laatste weken van mijn grootvader Binne heel dichtbij (foto 1).
De appèlplaats in Neuengamme, waar hij zoveel ellendige uren doorbracht. Staand, in een gure wind, met een hongerige maag, moe en ziek en met een soort pyama aan als bescherming. Geschreeuw om zich heen, slaag, medegevangenen die het niet meer vol konden houden. En maar staan (foto 2).
De haveloze barakken in Sandbostel. De plaats waar Binne naar toe werd gedreven met duizenden andere zieke gevangenen. Waar geen eten meer was of verzorging, geen drinken en latrines. Waar het ieder voor zich werd en waar de doden en levenden door elkaar lagen (foto 3).
En dan is er de herdenking op 29 april 2015, op de begraafplaats in Sandbostel. Herman Luttmann, een provinciaal bestuurder, benoemt de schuld van het Duitse volk in deze jaren en spreekt uit dat dit nooit weer mag gebeuren. Na de rede van de Poolse overlevende, Wiktor Listopadzki (92), omhelzen ze elkaar. Het is een ontroerend moment van vergeving, verzoening en hoop (foto 4).
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
(klik op de foto om te vergroten)
Heb je tips, ideeën of opmerkingen, mail me op ytje@drijfveren.info
Het Scholtenhuis
Mijn grootvader Binne is na zijn arrestatie in februari 1945 door de SD hardhandig verhoord in het Scholtenhuis in Groningen. Het Scholtenhuis is tijdens de bevrijding van Groningen beschoten en in brand gevlogen en er is niets van over. Historica Monique Brinks schreef drie delen over het Scholtenhuis.
Vorige week kwamen in de inspirerende omgeving van de synagoge in Groningen de delen 3A en 3B over het Scholtenhuis uit. Ik kon erbij zijn en het was boeiend om het verhaal te horen. De vlucht van 123 Duitsers uit het Scholtenhuis naar Schiermonnikoog, hun gevangenneming (3A) en berechting (3B).
Papieren monument
Volgende week staat het bezoek aan de concentratiekampen Neuengamme en Sandbostel op het programma. Als voorbereiding lees ik ‘Nederlanders in Neuengamme’, onder eindredactie van dr. Judith Schuyf. Een dikke pil boordevol informatie en foto’s. Een belangrijk boek, de schrijvers noemen het zelf een ‘papieren monument’.
Veel Nederlanders hebben nog nooit van Neuengamme gehoord. Dat merk ik ook om mij heen als ik vertel dat mijn grootvader Binne daar gevangen zat. Bergen-Belsen, Sachsenhausen en Ravensbrück zijn veel bekendere namen.
Overlevende
Nog een belangrijk persoon met wie ik in contact kwam is Cor Bos.
Hij overleefde de kampen Neuengamme en Sandbostel en zat in dezelfde
trein in april 1945 als Binne. In mei hoop ik hem te spreken!
Herdenking bevrijding stad Groningen
De bevrijding van Groningen is deze maand april 70 jaar geleden en wordt groots gevierd! Eén van de organisatoren is Joël Stoppels, met wie ik in augustus 2013 een battlefield tour ‘meeliep’ in de stad. Daar heb ik goede herinneringen aan. Tussen de vreselijke verhalen door over beschietingen en doden, vertelde hij ook leuke anekdotes die hij van Canadese bevrijders had gehoord.
Foto: Battlefield Tours, Bevrijding van Groningen 70 jaar. (Klik op de foto om te vergroten)
Bijvoorbeeld het verhaal van een Canadees in een huis aan de Kraneweg. Terwijl hij met zijn geweer op statief op Duitse stellingen aan het schieten was, kwam moeder de vrouw uit de schuilkelder. “Of hij zin in een kopje koffie had?” “En of hij even een kussen onder zijn geweer wilde doen? Anders kwamen er krassen op de tafel.” Zo bizar, dat je er om moet glimlachen.
Bijzonder om te bedenken dat Groningen op 16 april bevrijd is en op dat moment mijn grootvader Binne nog leefde. Hij zat in de trein naar een volgend concentratiekamp: Sandbostel.
Even wat gegevens over de herdenking in het komende weekend: In het Stadspark wordt er een kampement nagebouwd dat op 10, 11 en 12 april toegankelijk is voor publiek. 300 soldaten en burgers spelen op 10 april aan de Paterswoldse weg om 19.00 u. een gevecht na. Er zijn stadswandelingen, tentoonstellingen, films, enz. Zie: http://uit.groningen.nl/agenda/bevrijding-van-groningen-70-jaar
![]() |
![]() ![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Achter-, achterkleinzoon Binne
“Er is een Binne geboren!”, vertelde mijn zus Pietje mij. In het gezin van haar oudste zoon Jan en zijn vrouw Annelies werd op 26 juli 2014 een tweeling geboren: Binne en Marieke. “Natuurlijk zochten we naar mooie namen,” vertelt Jan mij een paar dagen later, “maar we vernoemen ook graag om de naam van de persoon levend te houden en de verhalen om die persoon heen.”
(klik op de foto om te vergroten)
Binne is vernoemd naar de overgrootvader van zijn vader Jan. Zijn tweede naam is Christiaan, naar de opa van Annelies. Marieke heeft ook twee namen: Maria naar de zus van Annelies en met Hylkje is ze vernoemd naar de oma van Jan.
Het gezin van Jan en Annelies woont niet in Friesland, dus de
niet-Friezen moeten wat aan de naam Binne wennen. Ik vind het
prachtig. Natuurlijk allereerst omdat er een tweeling is geboren in
de familie, maar ook omdat dit als een steuntje in de rug voelt bij
het levend houden van verhalen om Binne heen!
Politieke Opsporingsdienst
Van mijn oom Philip hoorde ik een verhaal dat zijn zus, mijn tante Ytje, hem na de bevrijding vertelde. Hun vader Binne was op 7 februari 1945 gearresteerd. Kort daarna werd Ytje benaderd door een dame die vertelde dat haar man met hun vader Binne in één cel gezeten had. Hij was nu weer vrij. Vader Binne zou die man verteld hebben dat hij joden geholpen had. Ytje zei: “Dat heb ik wel meer horen zeggen, maar dat is niet waar. Ik weet niet hoe ze erbij komen.” Ytje voelde nattigheid. “Na de oorlog confronteerde de Politieke Opsporingsdienst (P.O.D.) Ytje met deze dame en ze bleek een ‘moffenhelpster’ te zijn”, vertelde oom Philip. “De Duitsers hebben kennelijk iets in de gaten gehad, dat lijkt me zeker.”
Erg interessant verhaal natuurlijk! Ik wil in de verslagen van de P.O.D. kijken, maar waar vind je die? Vorige week begon ik in het boek Het Boschhuis van Pauline Broekema, dat o.a. over haar oom in het verzet gaat. Al in de proloog van haar boek staat het antwoord: verslagen van de P.O.D. kun je vinden in het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging, ondergebracht bij het Nationaal Archief.
In de archieven is een schat aan informatie te vinden, maar eerst
de interviews met ouderen. Mevrouw Wildeboer – Dijkens (89) zat van
de derde tot en met de zevende klas bij ‘meester Roorda’. Ze
herinnerde zich nog veel uit die tijd. Zelfs kon ze nog een gedicht
over de hemel opzeggen dat ze hem hoorde voordragen voor de klas,
‘waarbij hij vast aan zijn jonggestorven vrouw dacht’. Ze genoot het
meest als de meester ging vertellen of voorlezen, zittend op een
tafeltje en zijn voeten op een stoel. De kinderen gingen dan zo
dicht mogelijk om hem heen zitten en de tijd stond stil.
Laatste interviews
Na de feestelijkheden ben ik weer boven water. Dank voor al jullie goede wensen! Ze zijn allemaal uitgekomen, de trouwdag was fantastisch.
Deze week ging ik verder met mijn onderzoek. Intussen puilt mijn computer uit van de informatie en interviews over mijn grootvader Binne. Ik stelde mezelf de vraag: Wat heb ik allemaal aan informatie en verhalen over hem? Waar wil ik nog meer over weten en wie kan daar misschien antwoorden op geven?
Er zijn een paar heel oude mensen die bij mijn grootvader in de klas hebben gezeten of hem op een andere manier kenden. Via mijn website kreeg ik hun namen. In de komende weken probeer ik met hen een afspraak te maken en ze te interviewen. Ik ben heel benieuwd of hun verhalen nog nieuw licht op Binne werpen. Komende maandag heb ik de eerste afspraak met mevrouw Wildeboer (89) in Loppersum. Niet lang geleden was ze in Oudeschip, waar de school en de woning van ‘meester Roorda’ nog staan.
De kerkenraadsverslagen, brieven, archieven bij het NIOD en een
bezoek aan de begraafplaats in Loenen en de concentratiekampen
hebben minder haast. Mijn bezoek aan Neuengamme en Sandbostel stel
ik uit tot eind augustus.
Voorbereidingen
Deze week trouwt mijn zoon Henk Jan met Elke. We zien uit naar een
prachtige dag! Volgende week bereid ik mij voor op een bezoek aan de
concentratiekampen Neuengamme en Sandbostel.
Herinneringen
Mijn grootvader Binne heb ik nooit persoonlijk ontmoet. Ik leer hem
steeds beter kennen door de gesprekken met mijn oom en tantes en
Benjamin van Dam. Maar ook door ouderen buiten de familie wordt het
plaatje verder ingekleurd. Een mevrouw van 89 jaar schrijft mij in
een brief:
“Als gezin in de dertiger jaren hoorden we bij de Gereformeerde Kerk in Roodeschool. In die tijd moesten wij als kinderen lopen naar de kerk. Op een ploffiets ging ons dan een meneer voorbij die ook naar de kerk ging. Er werd ons verteld dat hij ‘meester Roorda’ was. In mijn gedachten zie ik hem nog voorbij gaan: gekleed in een lange colbertjas, een zwarte ronde bolhoed op. Opgewekt, vriendelijk groeten en hij zong dan nogal eens. ‘Hoe vrolijk gaan de stammen op’, enz.”
Ik zie het helemaal voor me, want in deze beschrijving herken ik mijn vader. Wanneer hij als veearts onderweg was naar boeren, zong hij vaak keihard psalmen (maar ook gekke studentenliedjes) in de auto. Ook mijn vader groette iedereen met een hoofs gebaar, door licht te buigen of zijn pet op te lichten.
De brief gaat verder: “Meester Roorda werd diaken bij ons in de Gereformeerde kerk. In die jaren gingen de diakenen door de kerk collecteren met hele lange hengelstokken waar een zakje aan hing. De andere diakenen waren boeren of arbeiders, die wisten prima van hun dagelijks werk hoe je zo’n lange stok moest hanteren. Maar dat wist meester Roorda niet en zodoende zat hij met die lange stokken tegen de lampen aan of iets anders. Hij kon er niet mee omgaan en maakte de ene blunder na de andere. Wij als kinderen hebben hem in de kerk toen uitgelachen, we had er plezier om hoe stuntelig hij bezig was. Maar thuis kregen we flink straf van onze vader, omdat we meester Roorda uitlachten.”
Heb je ideeën, opmerkingen of suggesties, mail me dan op ytje@drijfveren.info
Struikelstenen
Ooit van een ‘struikelsteen’ gehoord? Prachtig gevonden woord, vind ik, want je kunt je daar direct iets bij voorstellen. Een struikelsteen is een klein steentje dat in het trottoir wordt gelegd voor de woonhuizen van mensen die in de Tweede Wereldoorlog zijn weggevoerd vanwege hun geloof, etniciteit of geaardheid. In de steen staat hun naam, geboorte- en sterftedatum.
‘Een mens is pas vergeten als zijn naam vergeten is.’ Deze gedachte bracht de Duitse kunstenaar Gunter Demnig (1947) op het idee om ‘ struikelstenen’ (Stolpersteine) te maken. Hij zegt over de steen: “Je struikelt erover met je hoofd en je hart en je moet buigen om de tekst te kunnen lezen.”
Op 4 mei jl. maakte ik ’s middags een indrukwekkende viering mee in de Martinikerk in Groningen. Tijdens deze kerkdienst werd ‘De Nacht’ uitgevoerd door een koor. Hierin beschrijft de dichter een na-oorlogs bezoek aan een concentratiekamp. Tijdens het zingen van dit lied schreeuwde een acteur commando’s die gebruikt werden tijdens de selectie voor de gaskamer.
Minstens zo indrukwekkend was het eenvoudig noemen van de 33 namen
en leeftijden van weggevoerde joden uit de Wassenberghstraat. 18
maanden, 63 jaar, 16 jaar, 35 jaar, een eindeloze rij leeftijden van
mensen die vermoord werden. Elke leeftijd die genoemd werd,
ontroerde mij. Voor deze 33 mensen zijn struikelstenen aangevraagd
bij Gunter Demnig. Over een jaar wil ik in deze straat gaan kijken,
waar ik als kind speelde met mijn neefjes, zonen van oom Philip, die
er woonden.
Lily
In Israel ontmoette ik behalve Ben van Dam, ook zijn vrouw Lily van Dam – Klinger. Ook zij moest als joods meisje met haar ouders op de vlucht voor de Duitsers in WOII. Haar Poolse vader en Hongaarse moeder kwamen in 1934/1935 naar Nederland om geld te verdienen. Lily werd in 1936 in Nederland geboren en is hier ook opgegroeid.
Lily vertelde: ,,Mijn ouders vluchtten met mij in 1942 naar Zwitserland, via Frankrijk, daar zijn wij over de grens gesmokkeld. Mijn ouders zaten in vluchtelingenkampen en ik was bij een joods gezin in Bern. Ik zag mijn ouders geregeld, mijn moeder werkte als dienstbode bij mijn pleegouders.”
Het gezin Klinger kwam heelhuids door de oorlog en daarmee zou het
verhaal klaar kunnen zijn. Maar het is huiveringwekkend om te
bedenken dat de Nazi’s het ook op hen voorzien hadden. Wanneer ze
niet op tijd gevlucht waren, was er geen enkel medelijden geweest
met een klein joods meisje van zes jaar en haar jonge ouders, dan
waren ze vermoord in een vernietigingskamp.
Scholtenhuis “Het Scholtenhuis, daar moest je niet zijn. Het begin van het einde.” Dat wordt gezegd op de website www.scholtenhuis.nl, waar je in dit beroemde en beruchte gebouw in Groningen kunt ronddwalen. Het Scholtenhuis stond aan de oostkant van de Grote Markt in Groningen. In de Tweede Wereldoorlog was het een hoofdkwartier van de Sicherheitsdienst (SD) en honderden verzetsstrijders werden hier gemarteld en vernederd.
Bij de bevrijding van Groningen werd het gebouw volledig verwoest (zie foto). Op de website wordt gezegd: “Al had het Scholtenhuis de gevechten doorstaan, dan was het met blote handen tot de laatste steen met de handen afgebroken. Zo gehaat was het gebouw.”
Zowel mijn oom Philip als tante Grietje vertelden mij dat ze van getuigen hoorden dat mijn grootvader Binne was gemarteld in het Scholtenhuis. Hij werd verschillende keren vanuit het Huis van Bewaring naar het Scholtenhuis gebracht. Als hij dan weer terugkwam, moesten ze hem als medegevangenen verzorgen en helpen. Dan had de SD hem behoorlijk toegetakeld om informatie te krijgen. Of hij iets los gelaten had, wist mijn oom niet. Wel dat er nog naar joden is gezocht aan de Ernst Casimirlaan, maar die waren natuurlijk direct na de arrestatie van Binne naar veiliger adressen gebracht.
10 mei 2013
,,Doe onderzoek naar je grootvader Binne” , zei NOS-verslaggeefster Pauline Broekema precies een jaar geleden tegen mij in Warffum. ,,Je moet gaan onderzoeken waar hij de enorme moed vandaan haalde om acht joden in huis te nemen, naast de vijf kinderen die hij zelf had. En hoe kon hij in dezelfde tijd een rol in de Vrijmaking spelen?” (De Vrijmaking is een afsplitsing van de gereformeerde kerk, die in 1944 plaats vond.)
Die vrijdagavond 10 mei 2013 hield Pauline Broekema een lezing in het Openluchtmuseum Het Hoogeland in Warffum. Ze vertelde over haar zoektocht naar haar voorouders. Ik was benieuwd naar haar verhaal, want ik las al jaren in de brieven van mijn voorouders. Daar wilde ik een boek over schrijven en met haar praten over een goede invalshoek. Ik hoopte op een persoonlijk gesprek, want in haar boek ‘Benjamin’ las ik dat ze mijn grootvader Binne kende uit de verhalen. Toen ik haar mijn vraag voorlegde, zei ze direct: ,,Binne is de meest interessante en belangrijke persoon.”
Nu is er een jaar voorbij. Een jaar met veel interviews, onderzoek in archieven en brieven en een reis naar Israël. Ik heb mijn grootvader Binne beter leren kennen. Hij was geen heilige, maar een mens: een man met mooie en minder mooie kanten, een heleboel moed en een vast vertrouwen op God. Het was inspirerend om hiermee bezig te zijn. Ondanks dat het voor mij persoonlijk een verdrietig jaar was, beleefde ik aan de gesprekken en interviews bijzonder veel plezier.
Intussen heb ik jullie mee laten lezen/leven door de website te
laten groeien en berichten op facebook te zetten. Mijn vraag voor
jullie is: Zitten er gaten in het verhaal waar jullie benieuwd naar
zijn of heb je vragen?
Reacties op het vorige bericht:
Pietje Visser Roorda
schrijft: Kun je bij het schrijven van je boek, zo' n
onbeantwoorde vraag invullen? Of is dat niet de bedoeling?
ANTW: Leuke vraag! Daar ben ik net over aan het nadenken. Het
hangt er namelijk vanaf wat voor boek ik schrijf. Wordt het een
biografie waarin ik
mij alleen aan de feiten mag houden? Of maak ik er een roman van
en laat ik mijn fantasie op zulke onbeantwoorde vragen los?
Evelien Vonkeman schrijft: Ik las vandaag ergens dat in april 1945 eveneens in Sandbostel is omgekomen:de Surinaamse activist, schrijver, vakbondsman: Anton de Kom.
ANTW:
Ja, dat heb ik mij ook al afgevraagd of ze elkaar tegen gekomen
zijn!
Laatste brief
In de familie Roorda werden veel brieven geschreven. Vooral mijn grootvader Binne en zijn vader Philippus schreven lange epistels naar de verschillende familieleden. Veel van deze brieven zijn bewaard gebleven. Deze week kwam ik (waarschijnlijk) de laatste brief van Binne tegen. Deze is op zondag 28 januari 1945 geschreven.
Binne schrijft de brief aan zijn broer Martinus en zijn vrouw Marie. Hij is voor zijn examen om dominee te worden geslaagd. Het examen verliep niet op alle punten even vlot vond Binne, maar hij schrijft: ‘Ik ben blij dat ik zover ben. ‘k Had vandaag in Stadskanaal moeten preken, maar het weer verhinderde gisteren elk reizen: ik ben nog op weg geweest, bleef in de sneeuw hangen.’
Verderop in de brief schrijft mijn grootvader Binne: ‘Arrestaties en deportaties zijn hier aan de orde van de dag.’ Toen ik dat las, dacht ik aan Bettie Jongejan van het Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen. Zij vertelde mij vorig jaar: ,,Vanaf september ’44 tot het voorjaar van ’45 gingen zowel de Sicherheitsdienst als veel Nederlandse rechercheurs die joden oppakten, vanuit Amsterdam naar Groningen. Daar gingen ze als gekken tekeer.”
Gelukkig vond deze politie de familie van Dam niet. Mijn
grootvader Binne wel. Anderhalve week na het schrijven van de brief
wordt hij opgepakt, waarschijnlijk door de Sicherheitsdienst van de
Duitsers. De brief stopt midden op de bladzijde. Riep ‘juf’ hem om
te komen eten? Begon hij een gesprek met Aalje van Dam? Was het tijd
om naar de kerk te gaan? We zullen het nooit weten. De laatste twee
zinnen van de brief zijn: ‘Zitten sterk in spanning over den
toestand van ons volksleven. – Schrikkelijke gruwelen in Dockum.’
Vandaag is het 69 jaar geleden dat mijn grootvader Binne Roorda in het concentratiekamp Sandbostel aan uitputting overleed. Zijn vijf kinderen in de leeftijd van 15 tot 21 jaar hoorden dat in juni 1945 van een medegevangene van Binne uit Smilde.
Binne Roorda is door de geallieerden in een massagraf bij
Sandbostel begraven. Later is hij herbegraven op de erebegraafplaats
in Loenen. Zijn kinderen hadden geen vader en moeder meer.