Drijfveren

nieuws



Oudere bijdragen

 

Nieuws



28 juni 2016
Mirthe, een meisje van 11 jaar uit Hasselt, hield in groep 8 een spreekbeurt over het onderduikverhaal van de familie van Dam bij mijn grootvader. Het was heel stil in de klas. Mirthe maakte er met behulp van mijn website een duidelijk verhaal van. Haar juf vond het een erg goed onderwerp. Ze had ook de Tweede Wereldoorlog als onderwerp kunnen kiezen, maar door één verhaal eruit te lichten, kwam het veel dichterbij. Mooi gedaan, Mirthe!


(klik op de foto's om te vergroten)
Mirthe uit Hasselt
Mirthe
Mirthe
Mirthe



3 juni 2016

Gisteren schreef ik iets over de Jodenvervolging in de Tweede Wereldoorlog. Ik ben blij dat mijn grootvader Binne acht Joodse mensen uit de handen van de nazi’s redde. Tegelijkertijd ben ik mij ervan bewust dat ik aan deze redding niets heb bijgedragen. Ik had ook in een gezin geboren kunnen worden waar nazisympathieën waren. Dat overkwam Emile van Rouveroy van Nieuwaal. Toen hij kleuter was, vochten drie van zijn broers aan het Oostfront voor de Waffen-SS. Hij deed net als ik onderzoek naar de drijfveren van zijn familie. Na 70 jaar doorbreekt hij een leven lang zwijgen en overwint hij een diepgewortelde schaamte met het maken van een indrukwekkende documentaire:






2 juni 2016

Een filmpje over de Jodenvervolging in de Tweede Wereldoorlog dat mij bij de keel grijpt en verbijsterd achterlaat:





31 mei 2016

Ariërverklaring

Niet ingestuurd door Binne RoordaIn de correspondentie van mijn grootvader vond ik een bijzonder interessant document, dat heel veel over hem zegt. Het is een zogenaamde Ariërverklaring. In oktober 1940 moesten alle ambtenaren en onderwijzers in Nederland deze door de Duitsers opgestelde verklaring invullen en inleveren.


Ook mijn grootvader moest verklaren geen Jood te zijn. Wie onjuiste informatie gaf, werd op staande voet ontslagen. De Duitsers konden zo precies nagaan wie wel of niet Joods was. Degenen met Joodse voorouders werden korte tijd na het invullen van de verklaring ontslagen. 200.000 Nederlanders moesten de verklaring afleggen en slechts enkele tientallen weigerden. Eind november 1940 werden op basis van deze verklaringen ruim 2500 mensen ontslagen.                                                         


Mijn grootvader Binne zie je dubben: toch maar invullen? Maar dan een beslist neen. Is dat de reden waarom hij na 1940 geen les meer heeft gegeven?                                                                                                                            (klik op de foto om te vergroten) 




22 mei 2016

Veehandel

De joodse onderduikers bij mijn grootvader Binne was een familie van veehandelaren. Zowel opa van Dam als zijn zoon Aalje van Dam handelden in koeien en paarden. In een radio-uitzending van de VPRO over het joodse leven in de provincie Groningen van voor de Tweede Wereldoorlog, hoorde ik dat 80 % van de veehandelaren joods was. Ze doorspekten hun Groningse dialect met Jiddísch.


                                  


Heb je tips, ideeën of opmerkingen, mail me op ytje@drijfveren.info 




18 mei 2016

Elektriciteit

Vanaf december 1940 was de elektriciteit en het gas op rantsoen. Lastig, want in het huis van mijn grootvader werd veel gelezen. Mijn vader Gerrit wist een Foto van de Fongers siteoplossing. Hij zette een fiets op een standaard en maakte meerdere dynamo’s aan de wielen vast. Om de beurt werd er door de jongeren ‘gefietst’ en kon er bij lampjes gelezen worden! (En intussen was het eerste fitnessapparaat uitgevonden.)


In bioscopen draaiden filmpjes waarin op zuinigheid werd aangedrongen.


(Film: oorloginblik.nl)


Heb je tips, ideeën of opmerkingen, mail me op ytje@drijfveren.info 




04 mei 2016

Mijn grootvader Binne werd geboren op 4 mei 1898. Een gedenkdag vandaag. Herdacht wordt er ook aan het Binnenhof in Den Haag bij het oorlogsmonument ‘Erelijst van Gevallenen 1940 -1945’. In het boek met deze Erelijst met 18.000 gekalligrafeerde namen wordt Binne Roorda genoemd. Elke dag slaat een bode van de Tweede Kamer een bladzijde van de Erelijst om, zodat alle namen in een periode van twee jaar een keer te lezen zijn.


Aalje van Dam gaf in de jaren vijftig de naam van mijn grootvader Binne op voor deze lijst. In een brief vertelt hij dat Binne acht joodse onderduikers had en dat hij in het verzet zat. Aan het einde van de brief valt natuurlijk de volgende zin mij extra op: Er zou een boek te schrijven zijn over de daden van deze ware held. (In 2010 kwam er ook een digitaal monument van de Erelijst van Gevallenen 1940 – 1945: www.erelijst.nl.)


Bij de erelijst van gevallenen

Eerste Kamervoorzitter Ankie Broekers-Knol en Tweede Kamervoorzitter Khadija Arib legden vandaag namens de Staten-Generaal een krans bij de ꞌErelijst van Gevallenenꞌ in het gebouw van de Tweede Kamer (foto: Tweedekamer)


Heb je tips, ideeën of opmerkingen, mail me op ytje@drijfveren.info 



28 april 2016

Een joodse familie in het gezin van een gereformeerde schoolmeester

In het huis van mijn grootvader Binne was het een harmonieus samenzijn van een joodse en gereformeerde familie. Oma van Dam was streng in de leer en mijn grootvader ook. In een slaap- en zitkamertje werd door de familie van Dam de sabbat gevierd en de volgende dag door Binnes gezin de zondag. Maar bij de maaltijden bad mijn grootvader met de beide families en werd de bijbel van voor tot achter gelezen.


Van dit bijzondere samenleven werd ik mij vorige week extra bewust, toen ik de persoonlijke brieven, boeken, foto’s en voorwerpen van Jacob van Dam bekeek en las. Jacob was de jongste onderduiker en dit gedeelte van zijn nalatenschap kreeg de Stichting Historische Kring Noordelijk Hunsingo.


Naast veel joodse gebedenboeken, was er ook de zilveren kiddoesj-beker van de familie van Dam. De kiddoesj-beker is belangrijk in joodse gezinnen en wordt aan het begin van de sabbat gebruikt.


Kiddoesj is de zegening die wordt uitgesproken aan het begin van de sabbat of de joodse feestdagen (bijvoorbeeld Jom Kippur en Nieuwjaar). De Kiddoesj wordt over deze beker uitgesproken.


Bovendien wordt de beker op de Seideravond van Pesach (Pasen, het feest van de bevrijding uit de Egyptische slavernij) gebruikt als beker voor de wijn voor de profeet Elia (voor het geval dat deze ook aan de Seider zou komen deelnemen). Het wordt dan niet gebruikt als kiddoesj-beker.


De kiddoesj-beker werd dus tenminste elke vrijdagavond gebruikt Dit was in ieder geval wat Benjamin van Dam zich herinnert van wat bij de Duits - Joodse gezinnen gebruikelijk was. Misschien verschillen hieromtrent de gebruiken met die van de Sefardische joden.


Zijn favoriete vertaling
De Duitse Bijbel van mijn grootvader
Voor de Seideravond
De kiddoesj-beker van de familie van Dam

Heb je tips, ideeën of opmerkingen, mail me op ytje@drijfveren.info




14 april 2016

‘Meester Roorda vroeg erom dat hij opgepakt zou worden’, zei een oude dame in een interview twee jaar geleden tegen mij. Stomverbaasd vroeg ik haar waarom ze dacht dat het mijn grootvader Binne zijn eigen schuld was dat hij gearresteerd was. ‘Nou,’ antwoordde ze mij, ‘er werd gezegd dat hij openlijk verzetskrantjes op het station uitdeelde.’


Na dat interview vroeg ik aan mijn oom Philippus en tante Foekje of hun vader inderdaad verzetskrantjes uitdeelde. Ze vertelden dat het evangelisatieblaadjes waren. Mijn grootvader Binne evangeliseerde onder Duitse soldaten en hij had een Duits krantje over het geloof in Jezus voor hen opgesteld. Vanaf het moment dat ik dat wist, wilde ik heel graag zo’n blaadje zien. Gisteren vond ik het! Na twee jaar! (Het lag tussen alle correspondentie van mijn familie.)


Wehrmacht soldaten
Evangelisatie




7 april 2016

Onderduiken

Als kind klonk het mij romantisch in de oren. Ik besef steeds meer hoe moeilijk en uitzichtloos het was. Je was niemand meer. Je bezit was ergens daar buiten en het was de grote vraag of je het ooit terug zou krijgen. In een kleine ruimte zat je boven op elkaar, met voortdurend de angst om ontdekt te worden. Deze week schreef ik een verhaal over gevaar bij het onderduiken aan de Ernst Casimirlaan 4a. Een fragment:


Benjamin staat naast Aalje in de kleine keuken en ziet hoe zijn vader het scherpe mesje onder de huid van de schapenkop doorhaalt. Met handige gebaren trekt Aalje de ogen uit hun kassen. ‘Zo, de rest kunnen we eten, behalve natuurlijk de botten,’ zegt hij tevreden tegen Benjamin. Voorzichtig pakt hij de kop en laat hem in het kokende water zakken. ‘Er zit veel vlees op deze keer.’ Dan klinkt hard de voordeurbel. Met één beweging zet Aalje het gas onder de pan uit en pakt Benjamin bij zijn arm. ‘Naar boven,’ fluistert hij. Nog een keer gaat de bel, er is niemand om de voordeur te openen.


Aalje van Dam na de oorlog Benjamin na de oorlog



19 maart 2016

Brieven 3

Grietje Roorda-Vellinga 1829-1925

Er zijn meerdere brieven van Maaike de Zoete in het brievenarchief. In onze familie heet ze ‘juf’. Ik herinner mij haar als iemand die een duidelijke stem had en ook hard kon lachen. Het leuke is dat haar brieven ook in een duidelijk handschrift geschreven zijn. Een ‘ferm’ handschrift, die term past bij haar. Wat had mijn grootvader in de Tweede Wereldoorlog moeten beginnen zonder onze ‘ferme’ en doortastende juf? Ze was sterk en dapper en had een enorm organisatietalent. Dat moest ook wel om goed voor de acht joodse onderduikers, mijn grootvader en zijn vijf kinderen te kunnen zorgen. 




‘Juf’ de Zoete (klik op de foto om te vergroten)



17 maart 2016

Brieven 2

Het zou wel handig zijn als iemand alle brieven uit het archief van mijn familie even wilde uittypen ;-) Het vraagt heel veel geduld om al die handschriften te ontcijferen! En dan krijgt mijn grootvader Binne in 1930 en 1932 ook nog Duitse brieven… In die jaren studeerde hij in de zomervakantie Duits in Duitsland en zo haalde hij in 1932 zijn Duitse akte. In die weken in Duitsland werd hij zich ook bewust van het gevaar van het nationaal-socialisme.

Nieuwjaarsgroet uit Filsen, Duitsland Groet van vrienden uit Filsen

Een nieuwjaarsgroet uit Filsen, Duitsland (klik op de foto's om te vergroten)



9 maart 2016

Brieven1

Grietje Roorda-Vellinga 1829-1925

Mijn familie bezit een enorm brievenarchief dat begint met een brief uit 1888 van mijn over-, overgrootmoeder Grietje Roorda – Vellinga. Zij leefde bijna een eeuw, van 1829 tot 1925. Dit archief is natuurlijk bijzonder interessant, ook voor mijn boek. Vandaag was ik er wat in aan het grasduinen. Het is niet alleen heel boeiend, maar soms ook ontroerend, zoals die ene brief van mijn grootvader Binne waarin hij de laatste woorden van mijn grootmoeder Pietje opschreef. Ze stierf aan hoge koortsen na de geboorte van mijn jongste tante. Haar laatste woorden zijn bijna te privé om te lezen. Ik ga ze hier ook niet neerzetten, maar wel in mijn boek.



Grietje Roorda-Vellinga (klik op de foto om te vergroten)



Heb je tips, ideeën of opmerkingen, mail me op ytje@drijfveren.info



8 februari 2016

Mijn grootvader redde Zelma Philips uit een ziekenhuis in Doetinchem. Ik hoorde dit verhaal van mijn oom Philip, tante Grietje en van Benjamin van Dam. Hun verhalen kwamen overeen, ondanks dat het 74 jaar geleden is, maar bepaalde details wisten ze niet. Lag Zelma in het Wilhelminaziekenhuis of in het Sint Jozef Ziekenhuis? Wat is de afstand van het ziekenhuis naar het station? Waar liepen ze langs?

Op de eerste en belangrijkste vraag kreeg ik antwoord van Henny Roosenburg, secretaris van de Historische Vereniging Deutekom. Ze is meteen op zoek gegaan en kon mij vertellen dat Zelma in het Sint Jozef Ziekenhuis was opgenomen. Verder gaf ze tips voor artikelen en een boek over de Joden in Doetinchem. Prachtig, dit enthousiasme!


(klik op de foto's om te vergroten)

Hamburgerstraat Doetinchem voor de oorlog Voor de oorlog, de Hamburgerstraat - de winkelstraat van Doetinchem -
met rechts vooraan. de manufacturenwinkel van Jacob en Zelma Philips.

St Jozef ZiekenhuisSint Jozef Ziekenhuis Doetinchem eveneens voor de oorlog




7 februari 2016

Zelma Philips-StoppelmanHieronder staat verhaalfragment. Vooraf: door een slimme truc waren de twee Duitse soldaten die de hele dag bij Zelma Philips in het ziekenhuis op wacht zaten, weggelokt. (Daarover meer in het boek ;) )


Als Zelma haar ogen open doet, hoort ze een geluid. Ze tast naar haar bril op het nachtkastje en ziet een man naast haar bed staan. Bij de kraag van zijn jas vallen de ouderwetse halsboorden haar op. In zijn linkerhand heeft hij een bolhoed. Hij is kalend, ze schat hem begin veertig. Met heldere ogen kijkt hij haar ernstig aan. ,,Mijn naam is Roorda, uw dochter is in mijn huis in Groningen en u gaat met mij mee. Kunt u zich aankleden en op eigen gelegenheid naar buiten lopen?” Haar mond valt open, maar dan knikt ze ja. ,,Ik wacht op u voor het ziekenhuis”, hoort ze hem bij de deur zeggen.


Morgen deel 3


(klik op de foto om te vergroten)


Heb je tips, ideeën of opmerkingen, mail me op ytje@drijfveren.info



6 februari 2016

Sint Jozef Ziekenhuis DoetinchemIn december 1942 ontvoerde mijn grootvader Binne de zestigjarige Jodin Zelma Philips uit het ziekenhuis in Doetinchem en redde daardoor haar leven. Ze speelden beiden een heldenrol. Dit is heel in het kort het verhaal dat ik nu aan het schrijven ben. Een prachtig en spannend verhaal, mooi om te schrijven. Wel zijn er twee hobbels die ik moet nemen:

Er zijn ontelbare mogelijkheden om een verhaal te vertellen, hoe doe ik dat? Hoe lang ga ik door met het zoeken naar antwoorden op vragen over details die ik niet weet?


Morgen deel 2

                                                                                                                       (klik op de foto om te vergroten)

Heb je tips, ideeën of opmerkingen, mail me op ytje@drijfveren.info



20 januari 2016

Nog een laatste bericht over Nieuwlande.


Nieuwlande is het enige dorp die een Yad Vashem onderscheiding heeft gekregenNieuwlande was de plaats waar mijn grootvader voor het eerst als schoolmeester aan het werk ging. Dit jaar bestaat ‘zijn’ school honderd jaar. Nieuwlande is een bijzondere plaats Het hele dorp kreeg de Yad Vashem onderscheiding. Deze onderscheiding wordt door Israel gegeven aan niet-joden die joden hielpen onderduiken, ontkomen en overleven.

De Yad Vashem onderscheiding wordt uitgereikt aan personen, maar toen ik in 2014 in Israel was, zag ik in de tuin van ‘de Rechtvaardigen onder de volken’ dat Nieuwlande als dorp onderscheiden was. Twee bekende personen woonden er: Johannes Post, leider van de Landelijke Knokploegen en dominee Frits Slomp (Frits de Zwerver), hoofd van de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers. Beiden kwamen er wonen na het vertrek van mijn grootouders naar Oudeschip.

                                                                                                                       (klik op de foto om te vergroten)

Heb je tips, ideeën of opmerkingen, mail me op ytje@drijfveren.info



15 januari 2016

Nieuwlande

Binne en Pietje Roorda in Nieuwlande (1926)

Mijn grootouders Binne en Pietje begonnen hun huwelijk in Nieuwlande in januari 1921. Drie jaren later, in 1924 werd hun eerste kind geboren, een zoon, Philippus. In het jaar daarna was er een tweeling op komst, die op 10 juni 1925 werden geboren: Ytje en Gerrit. (Ytje is de tante naar wie ik vernoemd ben en Gerrit is mijn vader.)

Op deze foto woont het gelukkige gezin nog in Nieuwlande. In 1926 verhuist de familie naar Oudeschip. Daar worden nog twee meisjes geboren: Grietje (1928) en Foekje (1929). Vlak na de geboorte van Foekje overlijdt mijn grootmoeder Pietje.


De "School met de Bijbel" bestaat 11 februari as. 100 jaar. Kijk hier voor de feestelijkheden. In dit artikel staat ook een foto van de school waarop mijn grootvader heel klein op staat. Maar hij is te herkennen aan zijn bolhoed.


(klik op de foto om te vergroten)



Heb je tips, ideeën of opmerkingen, mail me op ytje@drijfveren.info



9 januari 2016

Deel 3:

‘Ook de kast in de hoek van een kamer was verboden gebied. Egbert wist te vertellen dat daar een geheime gang was verborgen, waardoor je naar de begane grond in de tuin kon klimmen. Helaas hebben we dat nooit durven onderzoeken. Wij beperkten ons tot de kruipruimten tussen de plafonds. Uiteindelijk hebben we het pakket met een hark naar ons toe getrokken en het open gemaakt. Ik voel nog de angst bij het losmaken van het touw. Niemand van ons durfde het papier eraf te wikkelen. Uiteindelijk viel de oogst bitter tegen: het was een soort noodpakket  met o.a. fakkels en kaarsen en nog andere spullen die ik me niet meer kan herinneren.’


Dat was het verhaal van Hans. Wie zou het pakket daar neergelegd hebben. Mijn vader of juf? Of latere bewoners van het huis?

Kijk hier wat Benjamin van Dam jr. over zíjn ervaring in één van die schuiplaatsen.


(klik op de foto's om te vergroten)

Ernst Casimirlaan 4aErnst Casimirlaan 4a. Huis met meerdere schuilplaatsen. Mijn oom Philip verlaat voor het laatst het huis van zijn jeugdMijn oom Philip heeft in 2013 nog éénmaal zijn schuilplaats gezien.
En kon het tevens aan de huidige bewoners tonen.

Heb je tips, ideeën of opmerkingen, mail me op ytje@drijfveren.info



8 januari 2016

Deel 2:

‘Ik herinner me nog dat we op zolder aan de straatkant de vloerplanken hadden gelicht en daar een pakket zagen liggen. Geolied papier met een touw erom. Dat was volgens Egbert vast van de onderduikers die daar in de oorlog hadden gezeten. Reuze spannend. We durfde het pakket eigenlijk niet aan te raken, omdat we er van overtuigd waren dat er een bom of tenminste een geweer in was verborgen. We durfden ook niet onder de vloer te kruipen, want dan zouden we behoorlijk vies worden en we moesten aan het eind van de middag nog naar de kerk…Bovendien liepen we het gevaar dat de ouders van Egbert en Eise wakker zouden worden. Dat zou een ramp betekenen, wat we deden iets wat absoluut verboden was.’ 


Morgen deel 3


(klik op de foto's om te vergroten)

Bij de arrestatie werd door het raampje rechts van de deur een traangasgranaat naar binnen gegooid.Bij de arrestatie van mijn grootvader in februari 1945, werd er door het
raampje rechts van de deur een traangasgranaat naar binnen gegooid.

Schuilplek Philip en Gerrit Roorda Boven de schuifdeuren tussen de voor en achterkamer,
zaten mijn vader en mijn oom Philip verstopt.

Heb je tips, ideeën of opmerkingen, mail me op ytje@drijfveren.info



7 januari 2016

Deze week was ik opgesloten in huis vanwege de gladde wegen. Ideale omstandigheden om veel te schrijven. Helaas lukte dat niet echt, maar vandaag werd ik opgevrolijkt door een mail van Hans (67). Het leuke van onderzoek doen is dat je per verrassing dit soort verhalen krijgt! Vandaag deel 1 uit de mail van Hans:


‘Ik heb als jongetje van 10/11 jaar vaak aan de Ernst Casimirlaan 4a gespeeld, de voormalige woning van jouw familie. Ik was bevriend met mijn klasgenootje Eise Bakker, die daar toen woonde. Vooral op zondagmiddag was dat een spannende bezigheid. Wanneer de ouders een middagdutje deden, gingen Egbert(de oudste broer), Eise en ik op ontdekkingstocht in het huis. We waren vooral op zoek naar geheime gangen verborgen luiken en we hoopten daar spullen te vinden, het liefst wapens of munitie. Wisten wij veel….’


Morgen deel 2 


(Klik op de foto's om te vergroten)

Ernst Casimirlaan 4aErnst Casimirlaar 4a, de bovenwoning (ingang middelste deur) Mijn oom Philippus en mijn tante GrietjeMijn oom Philip en mijn tante Grietje toen ze voor de
laatste keer hun oude huis bezochten (september 2013)

Heb je tips, ideeën of opmerkingen, mail me op ytje@drijfveren.info



28 december 2015
Ook de Nazi's vierden kerst. Hoewel zij het liever Julfest noemden. Ze hadden zelfs kerstvakantie. Vanuit Westerbork vertrok tussen juli 1942 en september 1944, wekelijks een trein richting een vernietigingskamp. Behalve rond kerst. Dan stonden de transporten een paar weken stil. Jacob Philips werd 12 december 1942 op het laatste transport van dat jaar gesteld.


(klik op de foto's om te vergroten)
1939, Hitler eet samen met gewonde militairen het kerstdinerHitler eet het kerstdiner met zijn gewonde soldaten (1939)
1943 Kerst "vieren" in WesterborkKerstdiner voor de kampwachters van Westerbork (1943)
eveneens in 1943, de kerstmaaltijd in NeuengammeKerst 1943, Neuengamme

(foto's KZ-Gedenkstätte Neuengamme en Yad Vashem)


Heb je tips, ideeën of opmerkingen, mail me op ytje@drijfveren.info


17 december 2015

Jacob en Johan

Het verhaal van Jacob en Johan Philips, de man en zoon van de ondergedoken oma Doet is verdrietig.

Zoon Johan werd op 1 september 1942 in een werkkamp in Ruinen geplaatst en een maand later, op 2 oktober werd hij naar Westerbork gebracht. Daarna kwam hij in het werkkamp Monowitz bij Auschwitz terecht, waar hij op 28 februari 1943 stierf, 38 jaar oud. Jacob Philips kwam na een razzia in Doetichem op 18 november 1942 in Westerbork aan. Op 12 december 1942 ging hij op transport naar Auschwitz. Drie dagen later is hij daar vermoord, 62 jaar oud.

In het huis van mijn grootvader wist niemand van hun lot. 


(klik op de foto's om te vergroten)

Jacob PhilipsJacob Philips                                          
Laatste briefkaart van Johan Philips aan zijn oudersBriefkaart van Johan vanuit werkkamp Ruinen. Voorzijde.
Laatste briefkaart van Johan Philips aan zijn oudersAchterzijde. Ws. het laatste levensteken van Johan.

Heb je tips, ideeën of opmerkingen, mail me op ytje@drijfveren.info



16 december 2015

Oma Doet

Er doken twee joodse oma’s onder in het huis van mijn grootvader Binne. Oma van Dam en oma Doet (ze kwam uit Doetichem). Oma Doet heette Zelma Philips, zij was de moeder van Aletta van Dam – Philips en oma van de beide jongens Benjamin en Jacob. Oma Doet ontsnapte aan een razzia door zich ziek voor te doen. Eind november 1942 werd ze uit het ziekenhuis in Doetichem gesmokkeld door mijn grootvader. Deze maand ontdekte ik wat er precies met haar man en zoon, Jacob en Johan Philips gebeurde. Daarover morgen meer.





Heb je tips of opmerkingen, mail me dan alsjebieft op ytje@drijfveren.info



16 december 2015

Max Pauly

Max Pouly was de zoon van de kruidenier in het dorpje Wesselburen. Wesselburen is een klein dorpje aan de Duitse Waddenkust niet ver Denemarken. Na zijn middelbare school hielp hij zijn vader in de winkel. Maar in 1928 werd Max lid van de Nationaal Socialistische Partij van Duitsland. Hij was toen 21. Max koos toen voor een loopbaan binnen de SS. Hij verloofde zich met Käte Scharf, de dochter van een veehandelaar uit zijn geboortedorp. Misschien kenden zij elkaar nog van school.


(klik op de foto's om te vergroten)

Max Pauly                              
Max Pauly                        
Max Pauly
Max Pauly
Max Pauly

Bijgaande foto's kunnen van hun verlovingsfeest zijn geweest. Max is opgewekt en geniet van de aanwezigheid van vrienden en familieleden. 


Tijdens de Duitse veldtocht naar Polen bleek Max een uitstekend officier. Hij was dapper en hij was een goed organisator. Hij was ondertussen Käthe getrouwd. Met haar kreeg hij vijf kinderen.


Hoe kan het dat deze familieman in Polen ruim 1400 psychiatrische patiënten en verstandelijk gehandicapten liet vermoorden?

Hoe kan het dat deze intelligente man de ideeën van Himmler overnam en lid werd van het beruchte Totenkopf Regiment?


Als lid van dit SS korps werd hij de commandant van het concentratiekamp Stutthof en vanaf 1942 commandant van Neuengamme. Hij werd daardoor verantwoordelijk voor de dood van tienduizenden gevangenen, waaronder Binne Roorda uit Groningen.


(klik op de foto's om te vergroten)

Max Pauly
Max Pauly
Max Pauly
Max Pauly
Max Pauly

Op 13 mei 1946 werd Max Pauly door de Britse rechtbank in Hamburg voor deze wandaden ter dood veroordeeld.

Klik hier om het hele album met foto's uit Max Pauly's leven te zien.


Heb je tips, ideeën of opmerkingen, mail me op ytje@drijfveren.info



9 december 2015

Philippus Roorda

20 april 1924 – 3 december 2015


Gisteren namen we in een indrukwekkende dankdienst afscheid van mijn oom Philip. Op zijn rouwkaart stond: ,,Hij leefde in het vaste geloof dat er vrede is door het bloed van Christus en dat Gods genade allesomvattend is.” Vanuit die genade kon hij ontspannen leven en was hij een bron van wijsheid en inspiratie voor veel mensen. Ik zie het als een groot geschenk dat ik zoveel mooie gesprekken met hem mocht voeren in de afgelopen twee en half jaar. Op een warme septemberdag in 2013 zaten we buiten in de zon en werden er foto’s gemaakt. Het plezier spat van onze gezichten af. Prachtige herinneringen! Mijn oom koesterde in zijn lange leven de goede contacten met de familie van Dam. Hij werd naar zijn wens in een (ruwhouten) joodse kist begraven.

20 april 1924 – 3 december 2015


29 november 2015

Dreigend beeld

De bij mijn grootvader ondergedoken grootouders van Dam waren al in 1928 uit Warffum naar Groningen verhuisd om dichter bij de synagoge te zijn (foto links). Wie had kunnen bedenken dat ze belaagd zouden worden door de Nederlandse SS? Hier paraderend op het A-kerkhof, op 340 meter afstand van hun geliefde synagoge in april 1941 (foto rechts). Een beangstigend en dreigend beeld, waaruit al duidelijk werd dat het helemaal fout zou gaan.


(klik op de foto's om te vergroten)
Synagoge GroningenEind jaren 20
Parade Nederlandse SSVoorjaar 1941

Heb je tips, ideeën of opmerkingen, mail me op ytje@drijfveren.info



18 november 2015

Verzet

Overal wordt vermeld dat mijn grootvader in het verzet zat. Maar ik heb er nog geen bewijzen van kunnen vinden dat hij in het verzet actief was. Mijn gereformeerde grootvader zat volgens de archieven bij de communistische verzetsgroep de Groot. Maar was dat wel zo? Hoe kwam hij aan de grote hoeveelheid bonkaarten voor zijn onderduikers als dat niet zo was?

Ik las in oude aantekeningen van mijn tante Foekje (86) dat ze zich een jonge dokter herinnerde die gedood werd bij een bonkaartenroof. Mijn vraag ligt nu bij Bettie Jongejan van het Oorlogs en Verzetscentrum of ze in de archieven iets over deze ‘jonge dokter’ kan vinden. En zo zoek en puzzel ik – tussen het schrijven door – verder. 


Heb je tips, ideeën of opmerkingen, mail me op ytje@drijfveren.info



17 november 2015

Casettebandjes

Mijn vader Gerrit

Ik heb nu al twee boeken ontdekt die geschreven zijn op grond van ingesproken casettebandjes. Beide boeken gaan over onderduiken. De betrokken personen hebben in de jaren negentig de bandjes al ingesproken en pas later zijn er boeken over geschreven. Had ik dat ook maar gedaan met mijn vader! Hoe eenvoudig kan het zijn. Mijn vader had een heel goed geheugen en kon mooi vertellen over de onderduiktijd van de familie van Dam, maar ik kwam niet op het idee.


Nu zijn er onduidelijkheden voor mij. Daarover morgen meer. (Interesse in de boeken die ik noemde? Ze zijn beide het lezen waard: De onderduikers, door Peter Hein en Ondergedoken, door Hermann Simon en Irene Stratenwerth.)


Heb je tips, ideeën of opmerkingen, mail me op ytje@drijfveren.info

                                                                                                       (klik op de foto om te vergroten)


26 oktober 2015
Dilemma
Een ‘hapje’ uit het verhaal dat ik deze week schreef. Vertrek van Aletta van Dam en haar zoon Jacob op 3 oktober 1942 naar hun onderduikadres. Ze kent mijn grootvader (meneer Roorda) niet, ze kent zijn huis en familie niet. Toch moet ze gaan:

Aletta en Jacob Het geeft haar een verloren en beklemmend gevoel, zij samen met Jacob op straat, zonder ster op hun jas. Naast zich hoort ze Jacob hijgen, ach, ze loopt ook veel te hard voor hem. Hij is stil en dat is vreemd, ernstig kijkt hij haar aan. Wat langzamer lopen ze nu de Koninginnelaan in en daar is de Ernst Casimirlaan al. Ze kijkt nog een keer vlug om zich heen en slaat linksaf. Wat moet ze doen als meneer Roorda niet thuis is? Wachten, zei Aalje. Maar als nu niemand open doet? Bij nummer 4a wacht ze even. ,,Hier is het”, zegt ze tegen Jacob, dan drukt ze op de bel.

Dit stukje oude stad Groningen, waar Aletta en Jacob lopen, is weinig veranderd in 73 jaar. Moet ik om mij beter in hen te kunnen inleven, dezelfde weg afleggen, van Spilsluizen 10a naar Ernst Casimirlaan 4a? Of kijk ik naar het weer op 3 oktober 1942 via google en volg ik de weg via google maps? Dat laatste is een stuk gemakkelijker en warmer, maar het is nu nog oktober, een herfstwandeling door de stad kan ook inspirerend zijn.

(klik op de foto om te vergroten)

Heb je tips, ideeën of opmerkingen, mail me op ytje@drijfveren.info


9 oktober 2015
                                           Schrijven2
Gisteren was mijn schrijftaak de kennismaking van Binne Roorda met Pietje Wassenaar. Na een vluchtige blik op mijn mail, begon ik. (Gevaarlijk, zo’n ‘vluchtige blik’…)

Nadat ik een halve bladzijde geschreven had, kwam er een vraag bij mij op: wat deed mijn grootmoeder Pietje in de jaren voor haar huwelijk? Oom Philippus bellen. (Weer gevaarlijk, niet in mijn mobiel kijken.) Volgens hem hielp zijn moeder Pietje thuis in de huishouding.

Halverwege de middag had ik duizend woorden geschreven. Genoeg voor vandaag, gelukt! (Tevreden terug gekeken en een plan voor vandaag bedacht :)  )

Heb je tips, ideeën of opmerkingen, mail me op ytje@drijfveren.info


8 oktober 2015
Schrijven
Wat vraagt alleen en thuis werken een hoop discipline! Het is zo verleidelijk om eerst maar eens mail door te kijken, dat hoognodige berichtje te sturen, een prachtig woord neer te leggen bij Word Feud, de krant te lezen, enz. Ach, komt iedereen bekend voor natuurlijk.

Gisteren las ik in een nieuwsbrief voor schrijvers: 10 stappen om een boek te schrijven. Stap 1 was, iedereen raadt het al: Schakel je emailprogramma uit en blijf weg van sociale media. De laatste stap was ook logisch: Sluit de dag rustig af, blik met trots terug op wat je geschreven hebt en kijk vooruit op je plannen voor morgen.

Mijn plan was gisteren om vandaag te schrijven over de kennismaking van mijn grootvader Binne met zijn toekomstige vrouw Pietje. Morgen horen jullie of het gelukt is, want ik moet nu weer snel weg van de sociale media.

Heb je tips, ideeën of opmerkingen, mail me op ytje@drijfveren.info


22 september 2015
Het gezin van Binne Roorda, zomer 1942
Een familiefoto in de zomer van 1942 (klik op de foto om te vergroten).
Niemand weet nog van de joodse onderduikers die een paar maanden later zullen aankloppen. Mijn vader Gerrit is de verlegen, maar vastberaden kijkende jongeman links van mijn grootvader. Hij was de meest handige van allemaal. Toen de elektriciteit in het laatste oorlogsjaar was afgesloten, zette hij een fiets met vier dynamo’s op een standaard in de voorkamer. Als er gefietst werd, was er genoeg stroom om een paar lampen aan te doen. Ik kijk in de kamer en zie het voor mij: Gerrit (19), fanatiek trappend, Philippus (20), altijd in voor een activiteit, Ben (14) die dit heel interessant vindt en Jacob (10) die om hen heen huppelt en praat en vraagt.

Heb je tips, ideeën of opmerkingen, mail me op ytje@drijfveren.info


7 september 2015
Mijn vader Gerrit was een uitstekende verhalenverteller en over zijn dierenartsenpraktijk heeft hij er een aantal opgeschreven in het boekje ‘Ik kom eraan!’
In 1958 werd hij dierenarts in Zuidhorn en op bladzijde 85 vond ik het volgende citaat: 

In 1958 kwam ik bij een boer aan de Westergast. Ik zei, toen ik hem een hand gaf: “Mijn naam is Roorda.” Hij keek me aan en zei: “Heb ie ook nog familie ien stad?” ‘k Zei: “Nee, maar in de oorlog woonde mijn vader in Groningen.” “Bin ie din een seun van dei Roorda die jeud van Dam opburgen het?” Ik zei: “Ja, dat was mijn vader.” Hij keek me ontroerd aan en vertelde het volgende verhaal: “Vlak nao oorlog stond hier inains jeud van Dam veur mie. Ik schrok er gewoon van, want alle jeuden waren vôt. ‘k Zee: ‘Alje, woar binn’ie west?’ Hai zee: ‘Bie meneer Roorda ien stad.’ ‘Waarom deed dei man dat din? Om centen zeker.’ ‘Om cent’n, om cent’n? Ik was al vartien doagen bie meneer in hoes mit vrouw en kiener en dou see meneer: ‘Ik moet met u vanwege mijn precaire geldpositie over geld spreken.’ ‘Ik schoam mie nog!’(Mijn vader was toen onderwijzer op wachtgeld; de school in Oudeschip waar vader hoofd was, was vanwege te weinig leerlingen opgeheven.) ‘Mor woarom dee man dat din?’ En toen zee Alje: ‘Omdat ’t een christen was, omdat hai God laif had.’ Dat had meneer van Dam tegen deze boer gezegd, een jood tegenover een vrijzinnige boer! ‘k Heb bij deze boer nooit meer iets verkeerds kunnen doen.                                          
                                                                                                                                                              
(Alje van Dam na de oorlog)

Heb je tips, ideeën of opmerkingen, mail me op ytje@drijfveren.info


31 augustus 2015
Ik heb nog niet verteld over het staartje van mijn stadswandeling met de familie Sanders. Na onze wandeling door de binnenstad eerst een kop koffie bij het Herenhuis (in de oorlog zetelde de SS daar), tegenover het huis van de familie van Dam aan de Spilsluizen. Dan op naar de Oostersingel 168! Roelof Sanders wees het mij en vertelde dat hier de oom en tante van Aletta van Dam woonden. Bij hen leerden Aalje van Dam en Aletta Philips elkaar kennen. De joodse bewoners van het huis zijn in Duitsland vermoord. Na de oorlog verkocht Aalje het huis voor niet teveel geld aan Wim Sanders, die voor hem geld, sieraden en kleding had bewaard.

(Klik op de foto's om te vergroten)
Aletta bij haar oom en tante en nichtje aan de Oostersingel 168
Aletta (midden) met haar tante Fiensje Stoppelman
en haar nicht Helena Wilhelmina in de voortuin van
hun huis aan de Oostersingel. Haar oom Adolf Stoppelman
kijkt door het raam.
Samen met mijheer Sanders aan de OostersingelMet mijnheer Sanders bij het huis aan de Oostersingel
Heb je tips, ideeën of opmerkingen, mail me op ytje@drijfveren.info



17 augustus 2015

Hoe raak ik op een ochtend in augustus verzeild in de binnenstad van Groningen, in straatjes met namen als Butjesstraat, Kleine Butjesstraat, Het Klooster en Eerste Drift?


Wim Sanders bewaarde in de Tweede Wereldoorlog geld, kostbaarheden en kleding van de joodse familie van Dam, die bij mijn grootvader Binne ondergedoken zat. Zijn kinderen begeleiden mij op deze zonnige dag langs huizen die belangrijk waren in het leven van de Van Dams en hun vader. Ik kijk mijn ogen uit en vraag me af of de huidige bewoners zich bewust zijn van de bijzondere geschiedenis van hun huis.


Spilsluizen te Groningen

Bij de woning van de familie van Dam aan de Spilsluizen (klik op de foto om te vergroten)


Heb je tips, ideeën of opmerkingen, mail me op ytje@drijfveren.info



13 augustus 2015

Wat zijn siepeltjes? Wat is d’Olle Grieze? Groningen stroomt vol met nieuwe studenten, die massaal Gronings willen leren in de introductieweek. Deze zogenaamde KEI-week zit vol met activiteiten, maar ’s morgens is het nog rustig ‘in stad’. Gelukkig, want uitgerust na een warme vakantie begin ik weer aan de eerste activiteit voor mijn boek: een zomerse stadswandeling! Binnenkort hier meer over. 


d Olle Grieze

d'Olle Grieze vóór de oorlog (klik op de foto om te vergroten)


Heb je tips, ideeën of opmerkingen, mail me op ytje@drijfveren.info 



11 juni 2015

Intussen correspondeer ik met de heer Piet Dam, die ik ontmoette in Sandbostel. Hij deed onderzoek naar de gebeurtenissen in Neuengamme en Sandbostel. Ik krijg van hem veel bijzonder interessante informatie.


Verder ga ik van het ene feest naar het andere. Vrienden van wie hun huwelijk een halve eeuw oud is, mijn moeder die 90 werd en mijn afstuderende zoon! Ook de bekende 'juni-feestjes', bbq's en een familieweekend nemen tijd in beslag, weinig tijd om onderzoek te doen en te schrijven aan mijn boek.


Heb je tips, ideeën of opmerkingen, mail me op ytje@drijfveren.info 



30 mei 2015

Voor mij was het een indrukwekkende maand mei, met het bezoek aan Neuengamme en Sandbostel en daarna aan Cor Bos. Ondanks alle vreselijke dingen die ik hoorde, was het een goede tijd door al de inspirerende mensen die ik ontmoette.



29 mei 2015

Vorige week bezocht ik Cor Bos, hij is nu 92 jaar. Hij kende mijn grootvader Binne niet, maar hij kon mij alles vertellen over deze treinreis, wat hij beleefde en wat de omstandigheden waren. Ook toen was hij sterk en had hij de taak om tijdens de stops de doden uit de wagon te halen en langs de rails te leggen. Hij nam dan zijn kans waar om een doek in de sloot te houden en daar het water uit te zuigen, want tijdens het transport kregen ze nauwelijks eten of drinken.


Bij Cor Bos

(klik op de foto om te vergroten)


28 mei 2015

De ontruiming van het concentratiekamp Neuengamme aan het einde van de Tweede Wereldoorlog verliep niet zachtzinnig. De meer dan tienduizend gevangenen werden naar verschillende plekken in Duitsland gebracht.

Er vertrok op 8 april 1945 ook een treintransport richting Bergen Belsen. Er was nauwelijks eten en drinken aan boord en de trein zwierf tien dagen over de rails en kwam uiteindelijk in Sandbostel aan. In één van die wagons zat mijn grootvader Binne, in een andere een jonge man, Cor Bos. Daarover morgen meer.

Wagon Neuengamme(klik op de foto om te vergroten)


4 mei 2015

Neuengamme en Sandbostel

In de afgelopen dagen bezocht ik de concentratiekampen Neuengamme en Sandbostel. Wat kan ik erover vertellen? Ik heb zoveel indrukken opgedaan, zoveel gezien en gehoord. In deze kampen kwamen de laatste weken van mijn grootvader Binne heel dichtbij (foto 1).


De appèlplaats in Neuengamme, waar hij zoveel ellendige uren doorbracht. Staand, in een gure wind, met een hongerige maag, moe en ziek en met een soort pyama aan als bescherming. Geschreeuw om zich heen, slaag, medegevangenen die het niet meer vol konden houden. En maar staan (foto 2).


De haveloze barakken in Sandbostel. De plaats waar Binne naar toe werd gedreven met duizenden andere zieke gevangenen. Waar geen eten meer was of verzorging, geen drinken en latrines. Waar het ieder voor zich werd en waar de doden en levenden door elkaar lagen (foto 3).


En dan is er de herdenking op 29 april 2015, op de begraafplaats in Sandbostel. Herman Luttmann, een provinciaal bestuurder, benoemt de schuld van het Duitse volk in deze jaren en spreekt uit dat dit nooit weer mag gebeuren. Na de rede van de Poolse overlevende, Wiktor Listopadzki (92), omhelzen ze elkaar. Het is een ontroerend moment van vergeving, verzoening en hoop (foto 4).


Neuengamme appélplaats De gevangenen op de appélplaats Sandbostel, de barakken Wiktor Listopadzki vergeeft de Duitsers

(klik op de foto om te vergroten)


Heb je tips, ideeën of opmerkingen, mail me op ytje@drijfveren.info


24 april 2015

Het Scholtenhuis

Mijn grootvader Binne is na zijn arrestatie in februari 1945 door de SD hardhandig verhoord in het Scholtenhuis in Groningen. Het Scholtenhuis is tijdens de bevrijding van Groningen beschoten en in brand gevlogen en er is niets van over. Historica Monique Brinks schreef drie delen over het Scholtenhuis.


Vorige week kwamen in de inspirerende omgeving van de synagoge in Groningen de delen 3A en 3B over het Scholtenhuis uit. Ik kon erbij zijn en het was boeiend om het verhaal te horen. De vlucht van 123 Duitsers uit het Scholtenhuis naar Schiermonnikoog, hun gevangenneming (3A) en berechting (3B).


Papieren monument

Volgende week staat het bezoek aan de concentratiekampen Neuengamme en Sandbostel op het programma. Als voorbereiding lees ik ‘Nederlanders in Neuengamme’, onder eindredactie van dr. Judith Schuyf. Een dikke pil boordevol informatie en foto’s. Een belangrijk boek, de schrijvers noemen het zelf een ‘papieren monument’.


Veel Nederlanders hebben nog nooit van Neuengamme gehoord. Dat merk ik ook om mij heen als ik vertel dat mijn grootvader Binne daar gevangen zat. Bergen-Belsen, Sachsenhausen en Ravensbrück zijn veel bekendere namen.


Overlevende

Nog een belangrijk persoon met wie ik in contact kwam is Cor Bos. Hij overleefde de kampen Neuengamme en Sandbostel en zat in dezelfde trein in april 1945 als Binne. In mei hoop ik hem te spreken!


8 april 2015

Herdenking bevrijding stad Groningen

De bevrijding van Groningen is deze maand april 70 jaar geleden en wordt groots gevierd! Eén van de organisatoren is Joël Stoppels, met wie ik in augustus 2013 een battlefield tour ‘meeliep’ in de stad. Daar heb ik goede herinneringen aan. Tussen de vreselijke verhalen door over beschietingen en doden, vertelde hij ook leuke anekdotes die hij van Canadese bevrijders had gehoord.


Bevrijding van Groningen

 Foto: Battlefield Tours, Bevrijding van Groningen 70 jaar. (Klik op de foto om te vergroten)


Bijvoorbeeld het verhaal van een Canadees in een huis aan de Kraneweg. Terwijl hij met zijn geweer op statief op Duitse stellingen aan het schieten was, kwam moeder de vrouw uit de schuilkelder. “Of hij zin in een kopje koffie had?” “En of hij even een kussen onder zijn geweer wilde doen? Anders kwamen er krassen op de tafel.” Zo bizar, dat je er om moet glimlachen.


Bijzonder om te bedenken dat Groningen op 16 april bevrijd is en op dat moment mijn grootvader Binne nog leefde. Hij zat in de trein naar een volgend concentratiekamp: Sandbostel.


Even wat gegevens over de herdenking in het komende weekend: In het Stadspark wordt er een kampement nagebouwd dat op 10, 11 en 12 april toegankelijk is voor publiek. 300 soldaten en burgers spelen op 10 april aan de Paterswoldse weg om 19.00 u. een gevecht na. Er zijn stadswandelingen, tentoonstellingen, films, enz. Zie: http://uit.groningen.nl/agenda/bevrijding-van-groningen-70-jaar





27 maart 2015
Herdenking
‘Dit gelooft thuis niemand. Ik moet er steeds aan denken hoe wij de Führer vereerd en lief hebben gehad. Alles wat hij ons zei was dus een grote leugen. We dachten dat het nationaal-socialisme iets moois, iets verhevens was. Waarom vermoordden ze dan onschuldige mensen, die zo hulpeloos zijn. Zo ga je toch niet met je vijanden om. Dit is niet te bevatten.’

Dit is een citaat uit een dagboek van een Duits 17-jarig meisje op 2 mei 1945. Zij was één van de inwoners uit de dorpen rond het concentratiekamp Sandbostel, die de Britse bevrijders optrommelden om de levende en overleden slachtoffers van de nazi-terreur te verzorgen of te begraven.

In dit kamp, met de officiële naam Stalag XB Sandbostel, verbleef mijn grootvader Binne in de laatste dagen van de Tweede Wereldoorlog. De omstandigheden waren daar in deze dagen verschrikkelijk, er was geen voedsel en verzorging meer, er heersten besmettelijke ziekten, onder andere typhus en de levenden en doden lagen door elkaar.

Omdat ik in april Sandbostel wil bezoeken, vroegen wij om een rondleiding door dit voormalige concentratiekamp. Per kerende post kregen we een hartelijke uitnodiging – “Es ehrt uns, dass Sie mit Ihrer Familie…” - om naar de herdenkingsbijeenkomst in het concentratiekamp te komen. Deze bijeenkomst op de kampbegraafplaats en in het kamp is precies zeventig jaar na de bevrijding van Stalag XB Sandbostel op 29 april 1945, vier dagen na de dood van mijn grootvader Binne.

Om wat vrolijker af te sluiten: komende vrijdag ga ik een oud-leerling van mijn grootvader interviewen. Binne gaf in 1940 een half jaar les aan de basisschool in Onnen. Deze oud-leerling heeft nog veel (goede) herinneringen aan hem. Leuk om allerlei vragen te stellen, zoals: Hoe zag hij eruit? Was hij een strenge meester? Wat zijn uw leuke herinneringen? Wat vond de meester belangrijk? Wat waren zijn gewoonten?


5 maart 2015
Slaapplaatsen
Waar sliepen nu precies de joodse onderduikers in het huis van mijn grootvader Binne? Met die vraag ging ik, gewapend met de plattegrond van het huis, naar mijn tante Foekje. Zij maakte in de onderduikperiode van de familie van Dam haar 13e, 14e en 15e verjaardag mee. Gelukkig kon ze mij haarfijn vertellen waar iedereen sliep.

Met deze kennis ben ik nog een keer naar meneer Oegema gegaan om zijn maquette van het huis te bekijken (zie mijn bericht van 14 december 2014) . Een handige oplossing voor het feit dat ik niet zelf de trap op kan klimmen voor de bovenwoning aan de Ernst Casimirlaan! De huidige bewoners van het huis waren er ook bij. Zij konden van alles met behulp van de maquette vertellen en mij aanwijzen. Bijvoorbeeld dat de ruimte tussen de vloeren wel heel erg krap was geweest voor mijn vader en oom Philip, toen ze zich moesten verstoppen bij de inval van de Duitsers. Ook gebruikten ze nog dezelfde provisiekast als ‘juf’, de huishoudster van mijn grootvader: een diepe kast in de gang met een lage temperatuur. Het lijkt mij mooi om in zo’n huis met geschiedenis te wonen.

Opa en oma van Dam hadden een eigen slaapkamer en een kleine kamer waar ze overdag met tante Rosa zaten. Daar was ook een kolenkacheltje. Aan de muur hing een grote poster van een koe, want het was de slaapkamer van mijn vader Gerrit, die veel van het boerenleven hield. Zeker weten dat de Van Dams zich daar als veehandelaars thuis voelden!

De data in april staan gepland en een onderkomen is gehuurd voor mijn verblijf in Duitsland. De concentratiekampen Neuengamme en Sandbostel zijn het doel van de reis. De naamgenoot van mijn grootvader, mijn broer Binne Roorda, gaat mee en nog wat familieleden. De komende tijd lees en bekijk ik zoveel mogelijk, ter voorbereiding op het bezoek aan deze kampen.

Aletta van Dam-Philips met haar schoonmoeder Geertje van Dam-Lazarus(klik op de foto om te vergroten)

Hebje tips, ideeën of opmerkingen, mail me op ytje@drijfveren.info

18 februari 2015
Typwerk
Ik schreef al over de brieven van mijn grootvader Binne die hij ook tijdens de oorlog naar kerkelijke instanties stuurde. Een stukje tekst uit zo’n brief:


Zowel aan de inhoud als aan de accenten en schuin gedrukte woorden is te zien hoe Binne zich met huid en haar in de kerkstrijd stortte.

Ook de joodse onderduikers van Binne leefden met hem mee. Ik vroeg aan Benjamin van Dam of hij nog wist wie de brieven uittypte. Hij antwoordde: ‘Het merendeel van deze brieven heb ik getypt. En het waren niet zo weinig ook. Het gaf mij het gevoel dat ik iets bijdroeg aan de ‘goede strijd’ van Binne Roorda. Hoe is het mogelijk dat na 70 jaar die brieven weer tevoorschijn komen!’

Mijn reis naar de concentratiekampen Neuengamme en Sandbostel is nu gepland in april, zeventig jaar na het overlijden van mijn grootvader Binne in Sandbostel.
Oude typemachine(klik op de foto om te vergroten)

Heb je nog ideeën, suggesties of opmerkingen, mail me dan op ytje@drijfveren.info


31 januari 2015
Auschwitz, correspondentie
Zeventig jaar geleden werd het kamp Auschwitz in Polen bevrijd door de Russen. Afgelopen dinsdag, 27 januari 2015, was de herdenking. Het was daar koud die dag en het sneeuwde, zo was dat ook zeventig jaar geleden toen dit gruwelkamp bevrijd werd. Meer dan 1 miljoen mensen, hoofdzakelijk joden, werden daar vermoord.

Auschwitz was een verzameling van concentratie- en vernietigingskampen en de grootste van alle concentratiekampen. Het staat symbool voor alle vernietigingskampen in de Tweede Wereldoorlog. Ook Jacob en Johan Philips zijn vermoord in Auschwitz.

Intussen verbleef Aletta van Dam – Philips, onwetend van wat er met haar vader en broer gebeurd was, met de rest van de familie van Dam bij mijn grootvader Binne. Zijn huis was vol, maar ondanks dat hield Binne een enorme correspondentie bij. Hoofdonderdeel daarvan was het schrijven van bezwaren naar vergaderingen in de kerk. Deze bezwaarschriften presenteerde hij zelfs in druk. Mijn grootvader zag allerlei ‘zorgelijke ontwikkelingen in de gereformeerde kring’, zoals hij dat noemde.

Al deze brieven bevinden zich in de archieven van de Vrije Universiteit in Amsterdam en ze zijn voor mij gedigitaliseerd. Mijn grootvader typte de brieven of liet ze typen en ze zijn dus gemakkelijk te lezen. Om hem beter te begrijpen en te weten wat hij belangrijk vond, lees ik ze, maar het is niet de meest sappige kost!

Aletta van Dam-Philips(klik op de foto om te vergroten)

Heb je nog ideeën, suggesties of opmerkingen, mail me dan op ytje@drijfveren.info


7 januari 2015
Spilsluizen
Per verrassing begon voor mij dit nieuwe jaar met een leuk uitje. Mijn zwager uit Delft stuurde mij een mail met een gratis lunchbon, die ik kon gebruiken in het restaurant Het Heerenhuis, Spilsluizen 9. Hij had die bon gekregen bij een NS-voordeelkaart en maakte er vanuit Delft geen gebruik van. Ik ben er met een vriendin, haar zwager en haar twee neefjes van 11 en nichtje van 8 gaan lunchen. De twee jongens en het meisje hadden gehoord dat ik met een boek bezig ben en ze vroegen mij waar het over zal gaan. Toen wees ik hen door de ramen aan de overkant van het water Spilsluizen 10 aan, dat het huis van de joodse familie van Dam was. Deze familie dook in de oorlog onder bij mijn ‘opa’. Dat vonden ze erg interessant. Ze vonden Hitler 'gemeen' en een 'egoïst' en ze waren benieuwd of mijn boek 'een flop of een succes' zou worden. Het was een zeer aangename lunch en een goed begin van 2015!

Opa van Dam met Jakob en Bejamin jr.(klik op de foto om te vergroten)
Heb je nog ideeën, suggesties of opmerkingen, mail me dan op ytje@drijfveren.info

14 december 2014
Onze Joodse stadjers. Zo heette de expositie die de heer P. Oegema in 2010 in de synagoge in Groningen opzette. De expositie ging over de Joodse ‘stadjers’ tijdens de laatste helft van de negentiende en de eerste helft van de twintigste eeuw. Oegema maakte voor de expositie 40 panelen, waaronder een paneel over de geschiedenis van mijn grootvader Binne Roorda en zijn gezin en de familie van Dam. Tijdens die expositie in 2010 kwam hij twee kinderen van Binne Roorda tegen, namelijk Philip en Grietje. Hij kwam nog meer onder de indruk van hun verhaal en besloot toen het huis en onderduikadres aan de Ernst Casimirlaan 4a na te bouwen. Voor de plattegrond van het huis bezocht hij de Groninger archieven.

Oegema doet dit allemaal ter nagedachtenis aan de 3000 Joodse Groningers die vermoord zijn in de Tweede Wereldoorlog. Hij wil de herinnering aan hen levend houden. Dat is ook zijn bedoeling met het nabouwen van het huis aan de Ernst Casimirlaan. Een boek sla je dicht en in zo’n huis komt niemand meer, maar een maquette is tastbaar.
Ik vond het interessant om de maquette te bekijken en de plaatsen te zien waar iedereen zich had verstopt tijdens de arrestatie van mijn grootvader. Hij had ook de personen die in het huis verbleven in poppetjes nagebouwd. Op deze manier was het goed voor te stellen hoe vol het huis was in die jaren.

Oegema vertelt Oegema's tentoonstellingOegema's display over Binne Roorda
Oegema toont de maquette van het huis van Binne Roorda
(klik op de foto's om te vergroten)

Heb je nog ideeën, suggesties of opmerkingen, mail me dan op ytje@drijfveren.info

28 november 2014
Maquette
Vorige week kreeg ik contact met een oudere meneer in Groningen die al lange tijd speciale interesse heeft in het verhaal van mijn grootvader Binne en de ondergedoken joodse familie van Dam. Zijn belangstelling gaat zover dat hij zelfs het hele huis aan de Ernst Casimirlaan 4a, waar Binne en zijn gezin woonde, in het klein nagebouwd heeft. Deze maquette ga ik volgende week bekijken en ik ben erg benieuwd naar zijn verhaal.

Ook maakte ik een afspraak met een mevrouw die de familie van Dam van dichtbij kende. Haar ouders waren bevriend met Alje en Aletta van Dam en hun jongste zoon Jacob zat bij haar in de klas op het gymnasium. Ook kan ze zich nog herinneren dat mijn grootvader bij haar ouders op bezoek kwam in de WOII.

Erg inspirerend om nieuwe personen met onbekende informatie te ontmoeten! Intussen ga ik verder met het schrijven van verhalen voor mijn boek.
Ernst Casimirlaan 4a Groningen(klik op de foto's om te vergroten)

Heb je nog ideeën, suggesties of opmerkingen, mail me dan op ytje@drijfveren.info


17 november 2014
Interessante archieven
Ik ben onder de indruk van de kennis van Bettie Jongejan van het Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen. Ze geeft zeer bruikbare tips en zelfs dossiernummers van archieven lepelt ze zo uit haar hoofd op. Twee weken geleden had ik een gesprek met haar en het was leuk om te merken hoe ik verder was gekomen met mijn onderzoek, na ons vorige gesprek in november 2013.

Uit dit gesprek werd mij vooral duidelijk dat ik niet alleen op de naam ‘Binne Roorda’ in de archieven moet zoeken, maar ook op namen van mensen die bij hem in het verzet zaten of bij hem in de buurt leefden of die hem noemen in boeken.

In de archiefzaal zag ik overal mensen gebogen over boeken of documenten. Het is zo stil dat ik niet of alleen fluisterend durf te praten. Achter mij komt een man binnen die hardop en met een sterk Gronings accent met de man achter de balie over een kavel een gesprek begint. Het grappige is dat hij antwoord met een Fries accent terugkrijgt.

Als de dossiernummers ingeleverd zijn, krijg ik even later op mijn plaats 65 een stapeltje boeken aangereikt van een archivaris. Ik lees in de boeken over de heren Bellmer  en Schuchman (foto 2), de mogelijke Duitsers van de SD die mijn grootvader hebben gearresteerd. Ik probeer uit hun levensverhalen en karakteromschrijving de meest aannemelijke te vinden. Welke het volgens mij is, blijft nog geheim, dat beschrijf ik in mijn boek.

Ik vond ook een boek van Gerard Boekhoven en Pieter Laning over hun tijd in Neuengamme in de archieven. Zij noemen daarin een dominee die heel goed mijn grootvader Binne kan zijn. Ik lees over de levensomstandigheden van mijn grootvader in Neuengamme. Er moet nog veel meer archiefonderzoek gebeuren, zowel in Groningen als bij de Vrije universiteit en het NIOD in Amsterdam. Ik ben nu al enthousiast over de schatten die ik eruit op kan duikelen.


Friedrich BellmerFriedrich Bellmer Emil SchuchmannEmil Schuchmann
(klik op de foto's om te vergroten)
Heb je nog ideeën, suggesties of opmerkingen, mail me dan op ytje@drijfveren.info

8 november 2014
In de afgelopen tijd las ik verschillende boeken over de Tweede Wereldoorlog als voorbeeld en inspiratiebron. Zo kwam ik ook in aanraking met de roman ‘Het vergeten verhaal van een onwankelbare liefde in oorlogstijd’, geschreven door Charles den Tex en Anneloes Timmerije. Zij schreven een op historische feiten gebaseerde roman over de Tweede Wereldoorlog in Nederlands-Indie. Tijdens hun boekpresentatie gebeurde er iets heel bijzonders. Zie: DWDD
http://dewerelddraaitdoor.vara.nl/media/323926

Wil je op dit filmpje reageren, mail me dan op ytje@drijfveren.info


29 oktober 2014
Schrijven en onderzoek
Op vaste dagdelen probeer ik te schrijven en ik las in het afgelopen weekend een verhaal voor aan mijn kinderen. Ze vonden gedeelten mooi, maar ze hadden ook duidelijke kritiek. Prettig, dan kan ik nog wat ‘schaven’ aan mijn verhaal. We praatten ook over het belang van een goede titel voor mijn boek. (Maar zover ben ik nog lang niet…)

Tussen het schrijven door ga ik verder met mijn onderzoek. Komende donderdag naar het Oorlogs en Verzets Centrum in Groningen (OVCG). Vorig jaar november was ik daar ook en nu kan ik - na de vele interviews - meer gerichte vragen stellen. Er ligt daar een schat aan informatie.

Per mail had ik al contact met Bettie Jongejan van het OVCG. Ik vroeg haar waarom mijn grootvader Binne naar het concentratiekamp Neuengamme is gestuurd. Wisten de Duitsers van zijn hulp aan joden? Zij gaf als antwoord dat vanaf januari 1945 veel (politieke) gevangenen vanuit Groningen naar Neuengamme gingen. De geallieerden rukten vanuit het zuiden op en de Russen uit het oosten, dus deportatie naar kampen in het oosten van Duitsland of naar Polen ging al niet meer. Aan het eind van de oorlog werden mensen opgepakt en doorgestuurd naar kampen, zonder zorgvuldig onderzoek.

Ik kom ook langs de Groninger Archieven, waar veel brieven van mijn grootvader liggen aan kerkelijke instanties over zijn wens om dominee te worden en andere kerkelijke kwesties. Daar ligt ook één brief die pas in 2016 geopend mag worden (75 jaar na datum) en dat prikkelt natuurlijk mijn nieuwsgierigheid!

Neuengamme herdenkingsmonumentMonument Neuengamme: Sterbende Haftlinge (wikimediacommons)
(klik op de foto om te vergroten)



15 0ktober 2014
Strijd tegen onrecht
Mijn grootvader Binne stortte zich in 1944 met hart en ziel in de strijd rond de Vrijmaking, dat is de afscheiding van een deel van de gereformeerde kerk. Nu is dat moeilijk te begrijpen: waarom hield hij zich met een kerkafscheiding bezig, terwijl de wereld in brand stond en hij een huis vol joodse onderduikers had?

Het antwoord op die vraag staat in een brief van 21 maart 1944 van Binne aan zijn oom Lieuwe. Ik las de brief deze week in het boek ‘Het vuur blijft branden’. Het nationale en het kerkelijke verzet zag hij als één strijd tegen onrecht, dat blijkt duidelijk uit deze brief:

“Thans ben ik weer behoorlijk opgeknapt, heb nog wat last van nek en rug, iets van de keel, ben gauw vermoeid. Maar met moed en lust ben ik weer begonnen te schrijven. En ik ben vol blijdschap, omdat ik uit onze Gereformeerde kring heerlijker weerklanken krijg dan ooit. Na jarenlange doodschheid en versterving en allerlei afwijking openbaart zich weer hartelijke belangstelling voor het kennen van de Schrift, voor het wegdoen van alle dualisme uit ons leven.
En tegenover allerlei lafheid wordt nu ook weer meer moed openbaar: eerverleden week zaten er op ’t Scholtenhuis (daar zetelt de Beauftragte en velen worden er vreselijk mishandeld) 29 gevangen, waarvan 27 Gereformeerd waren. ’t Trouw en kloek verzet, dat ook den onderdrukker terugdringt binnen de perken van ’t recht, neemt toe. Ik ben er zo dankbaar voor: ’t is een lust om te leven. Want in dezen tijd vol benauwing moeten de geesten meer dan ooit kiezen.”

Deze brief staat afgedrukt in ‘Het vuur blijft branden’, geschiedenis van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) in Nederland, 1944 – 1979, door P. Jongeling, J.P. de Vries en Prof. dr. J. Douma.

(klik op de foto om te vergroten)
Brief Binne


7 oktober 2014
Schrijven!
De zon scheen steeds veel te lekker om achter mijn computer te gaan zitten. En nu: schrijven! De stap gaan maken van onderzoek doen, naar verhalen schrijven.

,,Ga dagen aaneen aan de slag en doe die deur op slot”, was een advies van Janne IJmker tijdens de Schrijverskeuken op 27 september. Op deze dag bespraken zij en Christine Stam het boek ‘Storytelling in 12 stappen’ van Mieke Bouma. De ondertitel van het boek is: op reis met de held. We bespraken hoe de stappen kunnen helpen om je verhaal goed te vertellen. Heel leerzaam en het was leuk en inspirerend om daar met (aankomende) schrijvers ervaringen uit te wisselen.

Mijn grootvader Binne was van 1926 tot 1938 hoofd van de school in Oudeschip, een klein dorp in het uiterste noorden van Groningen. Ik vond de onderstaande foto uit 1928/1929 en ik vroeg aan oom Philip waarom iedereen er zo feestelijk uitziet. De foto is gemaakt toen koningin Wilhelmina op bezoek was in Uithuizen. Oom Philip is het derde jongetje rechts vooraan. Mijn grootvader is duidelijk herkenbaar aan zijn hoge boorden. 

Uithuizen(klik op de foto om te vergroten)

27 augustus 2014
Brief juf, juli 1945
Bezoek aan mijn oom Philip vind ik inspirerend. Mijn oom heeft altijd wel iets interessants beleefd of gelezen en hij kan daar geweldig mooi over vertellen. Nu las hij het boek ‘David Copperfield’ van Charles Dickens. Zijn enthousiasme maakte dat ik dacht: dit wordt mijn volgende vakantieboek.

Oom Philip had verschillende brieven gevonden die enorm interessant voor mij zijn, waaronder een brief van juf, de huishoudster van de familie. Ze schreef de brief in juli 1945 naar zus. Er spreekt een groot verlangen uit om haar moeder en zussen weer te zien, maar het was kort na de oorlog en ze kon blijkbaar niet zomaar reizen. Juf heeft de hele oorlog voor de familie en de onderduikers gezorgd en nu mijn grootvader Binne gestorven was, zorgde zij alleen voor zijn kinderen. Dat was in die onzekere tijd een zware last voor haar.

Juf schrijft over de gevangenneming van ‘mhr Roorda’. Nadat hij opgepakt was, werd er teveel over de joodse onderduikers gepraat en kwamen ze het in het Scholtenhuis ook te weten. Juf schrijft: ‘Nu Mhr gepakt was, meende men er maar vrijuit over te kunnen spreken, alhoewel het nu minder kon lijden dan ooit. ’t Werd mij maar zoo op straat gevraagd of wij 8 Joden in huis gehad hadden.’ Ze schrijft een lange brief waar ik veel aan heb voor mijn boek.

Juf de Zoete op haar 65e verjaardagJuf op haar 65e verjaardag met de kinderen Roorda met hun aanhang. (klik op de foto om het te vergroten)


17 september 2014
Schrijverskeuken

De schrijfster Janne IJmker organiseert in het voor- en najaar een Schrijverskeuken. Een leuk gevonden woord, vind ik. Workshops voor (aankomende) schrijvers en de eerste keer organiseerde ze het rond haar eigen keukentafel. De Schrijverskeuken is dit najaar in het Huis van Vrede in Utrecht op 27 september 2014. Tijdens deze zaterdag is de terugkerende vraag: hoe creëer je spanning en diepgang in verhalen? Ik kreeg een uitnodiging en kijk ernaar uit om het mee te maken!

Deze week heb ik een afspraak met mijn oom Philip. Nog eens bespreken waarom mijn grootvader Binne in maart 1945 juist naar Neuengamme werd gebracht. Natuurlijk zijn er in de afgelopen tijd ook weer allerlei andere vragen bij mij opgeborreld.

Het gezin van mijn zus Pietje had een familieweekend in Dokkum. Ze stuurden mij een foto van het huis aan de Stationsweg 78. Mijn overgrootvader Philippus, de vader van grootvader Binne, liet daar in 1913 (Binne was toen 14 jaar) een huis bouwen. Het huis bleef in de familie tot 1955 toen mijn overgrootmoeder Ytje stierf. Nu is er op dit adres een Bed & Breakfast.

Stationsweg 78, Dokkum

8 septembet 2014

Stand van zaken
Na een lange zomer weer aan de slag! Eerst iets over de stand van zaken. Eind augustus wilde ik de concentratiekampen Neuengamme en Sandbostel bezoeken. In beide kampen was mijn grootvader Binne in maart en april 1945. Ik was van plan om de plaatsen in één dag te bezoeken, maar dat is niet uitvoerbaar. Om dat beter voor te kunnen bereiden en overnachtingen af te spreken, heb ik het bezoek verschoven naar april 2015.

In het najaar ga ik een vervolgcursus ‘Verhalen schrijven’ volgen bij de Seniorenacademie. In het afgelopen voorjaar deed ik dat ook en het is een mooie aanzet om met het schrijven van mijn boek te starten.

Tussendoor blijf ik met mijn onderzoek bezig. Op het moment ben ik weer aan het zoeken naar een antwoorden. Toen mijn grootvader Binne in februari 1945 werd opgepakt, wisten de Duitsers niet wat voor grote vis ze gevangen hadden. Kwamen ze er later achter dat er joodse onderduikers bij hem in huis waren? Op grond waarvan werd hij eigenlijk naar Neuengamme gestuurd? Volgens mijn oom Philip werd je niet zomaar naar dit kamp gestuurd. De onderliggende vraag is nog steeds: waarom werd mijn grootvader eigenlijk opgepakt?


4 augustus 2014

Achter-, achterkleinzoon Binne

“Er is een Binne geboren!”, vertelde mijn zus Pietje mij. In het gezin van haar oudste zoon Jan en zijn vrouw Annelies werd op 26 juli 2014 een tweeling geboren: Binne en Marieke. “Natuurlijk zochten we naar mooie namen,” vertelt Jan mij een paar dagen later, “maar we vernoemen ook graag om de naam van de persoon levend te houden en de verhalen om die persoon heen.”

Achter-, achterkleinzoon Binne

(klik op de foto om te vergroten)


Binne is vernoemd naar de overgrootvader van zijn vader Jan. Zijn tweede naam is Christiaan, naar de opa van Annelies. Marieke heeft ook twee namen: Maria naar de zus van Annelies en met Hylkje is ze vernoemd naar de oma van Jan.


Het gezin van Jan en Annelies woont niet in Friesland, dus de niet-Friezen moeten wat aan de naam Binne wennen. Ik vind het prachtig. Natuurlijk allereerst omdat er een tweeling is geboren in de familie, maar ook omdat dit als een steuntje in de rug voelt bij het levend houden van verhalen om Binne heen!


18 juli 2014

Politieke Opsporingsdienst

Van mijn oom Philip hoorde ik een verhaal dat zijn zus, mijn tante Ytje, hem na de bevrijding vertelde. Hun vader Binne was op 7 februari 1945 gearresteerd. Kort daarna werd Ytje benaderd door een dame die vertelde dat haar man met hun vader Binne in één cel gezeten had. Hij was nu weer vrij. Vader Binne zou die man verteld hebben dat hij joden geholpen had. Ytje zei: “Dat heb ik wel meer horen zeggen, maar dat is niet waar. Ik weet niet hoe ze erbij komen.” Ytje voelde nattigheid. “Na de oorlog confronteerde de Politieke Opsporingsdienst (P.O.D.) Ytje met deze dame en ze bleek een ‘moffenhelpster’ te zijn”, vertelde oom Philip. “De Duitsers hebben kennelijk iets in de gaten gehad, dat lijkt me zeker.”


Erg interessant verhaal natuurlijk! Ik wil in de verslagen van de P.O.D. kijken, maar waar vind je die? Vorige week begon ik in het boek Het Boschhuis van Pauline Broekema, dat o.a. over haar oom in het verzet gaat. Al in de proloog van haar boek staat het antwoord: verslagen van de P.O.D. kun je vinden in het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging, ondergebracht bij het Nationaal Archief.


In de archieven is een schat aan informatie te vinden, maar eerst de interviews met ouderen. Mevrouw Wildeboer – Dijkens (89) zat van de derde tot en met de zevende klas bij ‘meester Roorda’. Ze herinnerde zich nog veel uit die tijd. Zelfs kon ze nog een gedicht over de hemel opzeggen dat ze hem hoorde voordragen voor de klas, ‘waarbij hij vast aan zijn jonggestorven vrouw dacht’. Ze genoot het meest als de meester ging vertellen of voorlezen, zittend op een tafeltje en zijn voeten op een stoel. De kinderen gingen dan zo dicht mogelijk om hem heen zitten en de tijd stond stil.


5 juli 2014

Laatste interviews

Na de feestelijkheden ben ik weer boven water. Dank voor al jullie goede wensen! Ze zijn allemaal uitgekomen, de trouwdag was fantastisch.


Deze week ging ik verder met mijn onderzoek. Intussen puilt mijn computer uit van de informatie en interviews over mijn grootvader Binne. Ik stelde mezelf de vraag: Wat heb ik allemaal aan informatie en verhalen over hem? Waar wil ik nog meer over weten en wie kan daar misschien antwoorden op geven?


Er zijn een paar heel oude mensen die bij mijn grootvader in de klas hebben gezeten of hem op een andere manier kenden. Via mijn website kreeg ik hun namen. In de komende weken probeer ik met hen een afspraak te maken en ze te interviewen. Ik ben heel benieuwd of hun verhalen nog nieuw licht op Binne werpen. Komende maandag heb ik de eerste afspraak met mevrouw Wildeboer (89) in Loppersum. Niet lang geleden was ze in Oudeschip, waar de school en de woning van ‘meester Roorda’ nog staan.


De kerkenraadsverslagen, brieven, archieven bij het NIOD en een bezoek aan de begraafplaats in Loenen en de concentratiekampen hebben minder haast. Mijn bezoek aan Neuengamme en Sandbostel stel ik uit tot eind augustus.



23 juni 2014

Voorbereidingen

Deze week trouwt mijn zoon Henk Jan met Elke. We zien uit naar een prachtige dag! Volgende week bereid ik mij voor op een bezoek aan de concentratiekampen Neuengamme en Sandbostel.



18 juni 2014

Herinneringen
Mijn grootvader Binne heb ik nooit persoonlijk ontmoet. Ik leer hem steeds beter kennen door de gesprekken met mijn oom en tantes en Benjamin van Dam. Maar ook door ouderen buiten de familie wordt het plaatje verder ingekleurd. Een mevrouw van 89 jaar schrijft mij in een brief:


“Als gezin in de dertiger jaren hoorden we bij de Gereformeerde Kerk in Roodeschool. In die tijd moesten wij als kinderen lopen naar de kerk. Op een ploffiets ging ons dan een meneer voorbij die ook naar de kerk ging. Er werd ons verteld dat hij ‘meester Roorda’ was. In mijn gedachten zie ik hem nog voorbij gaan: gekleed in een lange colbertjas, een zwarte ronde bolhoed op. Opgewekt, vriendelijk groeten en hij zong dan nogal eens. ‘Hoe vrolijk gaan de stammen op’, enz.”


Ik zie het helemaal voor me, want in deze beschrijving herken ik mijn vader. Wanneer hij als veearts onderweg was naar boeren, zong hij vaak keihard psalmen (maar ook gekke studentenliedjes) in de auto. Ook mijn vader groette iedereen met een hoofs gebaar, door licht te buigen of zijn pet op te lichten.


De brief gaat verder: “Meester Roorda werd diaken bij ons in de Gereformeerde kerk. In die jaren gingen de diakenen door de kerk collecteren met hele lange hengelstokken waar een zakje aan hing. De andere diakenen waren boeren of arbeiders, die wisten prima van hun dagelijks werk hoe je zo’n lange stok moest hanteren. Maar dat wist meester Roorda niet en zodoende zat hij met die lange stokken tegen de lampen aan of iets anders. Hij kon er niet mee omgaan en maakte de ene blunder na de andere. Wij als kinderen hebben hem in de kerk toen uitgelachen, we had er plezier om hoe stuntelig hij bezig was. Maar thuis kregen we flink straf van onze vader, omdat we meester Roorda uitlachten.” 


Heb je ideeën, opmerkingen of suggesties, mail me dan op ytje@drijfveren.info


5 juni 2014

Struikelstenen

Ooit van een ‘struikelsteen’ gehoord? Prachtig gevonden woord, vind ik, want je kunt je daar direct iets bij voorstellen. Een struikelsteen is een klein steentje dat in het trottoir wordt gelegd voor de woonhuizen van mensen die in de Tweede Wereldoorlog zijn weggevoerd vanwege hun geloof, etniciteit of geaardheid. In de steen staat hun naam, geboorte- en sterftedatum.


‘Een mens is pas vergeten als zijn naam vergeten is.’ Deze gedachte bracht de Duitse kunstenaar Gunter Demnig (1947) op het idee om ‘ struikelstenen’ (Stolpersteine) te maken. Hij zegt over de steen: “Je struikelt erover met je hoofd en je hart en je moet buigen om de tekst te kunnen lezen.”


Op 4 mei jl. maakte ik ’s middags een indrukwekkende viering mee in de Martinikerk in Groningen. Tijdens deze kerkdienst werd ‘De Nacht’ uitgevoerd door een koor. Hierin beschrijft de dichter een na-oorlogs bezoek aan een concentratiekamp. Tijdens het zingen van dit lied schreeuwde een acteur commando’s die gebruikt werden tijdens de selectie voor de gaskamer.


Minstens zo indrukwekkend was het eenvoudig noemen van de 33 namen en leeftijden van weggevoerde joden uit de Wassenberghstraat. 18 maanden, 63 jaar, 16 jaar, 35 jaar, een eindeloze rij leeftijden van mensen die vermoord werden. Elke leeftijd die genoemd werd, ontroerde mij. Voor deze 33 mensen zijn struikelstenen aangevraagd bij Gunter Demnig. Over een jaar wil ik in deze straat gaan kijken, waar ik als kind speelde met mijn neefjes, zonen van oom Philip, die er woonden.

Wassenberghstraat


29 mei 2014

Lily

In Israel ontmoette ik behalve Ben van Dam, ook zijn vrouw Lily van Dam – Klinger. Ook zij moest als joods meisje met haar ouders op de vlucht voor de Duitsers in WOII. Haar Poolse vader en Hongaarse moeder kwamen in 1934/1935 naar Nederland om geld te verdienen. Lily werd in 1936 in Nederland geboren en is hier ook opgegroeid.


Lily vertelde: ,,Mijn ouders vluchtten met mij in 1942 naar Zwitserland, via Frankrijk, daar zijn wij over de grens gesmokkeld. Mijn ouders zaten in vluchtelingenkampen en ik was bij een joods gezin in Bern. Ik zag mijn ouders geregeld, mijn moeder werkte als dienstbode bij mijn pleegouders.”


Het gezin Klinger kwam heelhuids door de oorlog en daarmee zou het verhaal klaar kunnen zijn. Maar het is huiveringwekkend om te bedenken dat de Nazi’s het ook op hen voorzien hadden. Wanneer ze niet op tijd gevlucht waren, was er geen enkel medelijden geweest met een klein joods meisje van zes jaar en haar jonge ouders, dan waren ze vermoord in een vernietigingskamp.


19 mei 2014

Scholtenhuis “Het Scholtenhuis, daar moest je niet zijn. Het begin van het einde.” Dat wordt gezegd op de website www.scholtenhuis.nl, waar je in dit beroemde en beruchte gebouw in Groningen kunt ronddwalen. Het Scholtenhuis stond aan de oostkant van de Grote Markt in Groningen. In de Tweede Wereldoorlog was het een hoofdkwartier van de Sicherheitsdienst (SD) en honderden verzetsstrijders werden hier gemarteld en vernederd.


Bij de bevrijding van Groningen werd het gebouw volledig verwoest (zie foto). Op de website wordt gezegd: “Al had het Scholtenhuis de gevechten doorstaan, dan was het met blote handen tot de laatste steen met de handen afgebroken. Zo gehaat was het gebouw.”


Zowel mijn oom Philip als tante Grietje vertelden mij dat ze van getuigen hoorden dat mijn grootvader Binne was gemarteld in het Scholtenhuis. Hij werd verschillende keren vanuit het Huis van Bewaring naar het Scholtenhuis gebracht. Als hij dan weer terugkwam, moesten ze hem als medegevangenen verzorgen en helpen. Dan had de SD hem behoorlijk toegetakeld om informatie te krijgen. Of hij iets los gelaten had, wist mijn oom niet. Wel dat er nog naar joden is gezocht aan de Ernst Casimirlaan, maar die waren natuurlijk direct na de arrestatie van Binne naar veiliger adressen gebracht. 


Verwoesting na de laatste gevechten in Groningen


10 mei 2014

10 mei 2013

,,Doe onderzoek naar je grootvader Binne” , zei NOS-verslaggeefster Pauline Broekema precies een jaar geleden tegen mij in Warffum. ,,Je moet gaan onderzoeken waar hij de enorme moed vandaan haalde om acht joden in huis te nemen, naast de vijf kinderen die hij zelf had. En hoe kon hij in dezelfde tijd een rol in de Vrijmaking spelen?” (De Vrijmaking is een afsplitsing van de gereformeerde kerk, die in 1944 plaats vond.)


Die vrijdagavond 10 mei 2013 hield Pauline Broekema een lezing in het Openluchtmuseum Het Hoogeland in Warffum. Ze vertelde over haar zoektocht naar haar voorouders. Ik was benieuwd naar haar verhaal, want ik las al jaren in de brieven van mijn voorouders. Daar wilde ik een boek over schrijven en met haar praten over een goede invalshoek. Ik hoopte op een persoonlijk gesprek, want in haar boek ‘Benjamin’ las ik dat ze mijn grootvader Binne kende uit de verhalen. Toen ik haar mijn vraag voorlegde, zei ze direct: ,,Binne is de meest interessante en belangrijke persoon.”


Nu is er een jaar voorbij. Een jaar met veel interviews, onderzoek in archieven en brieven en een reis naar Israël. Ik heb mijn grootvader Binne beter leren kennen. Hij was geen heilige, maar een mens: een man met mooie en minder mooie kanten, een heleboel moed en een vast vertrouwen op God. Het was inspirerend om hiermee bezig te zijn. Ondanks dat het voor mij persoonlijk een verdrietig jaar was, beleefde ik aan de gesprekken en interviews bijzonder veel plezier.


Intussen heb ik jullie mee laten lezen/leven door de website te laten groeien en berichten op facebook te zetten. Mijn vraag voor jullie is: Zitten er gaten in het verhaal waar jullie benieuwd naar zijn of heb je vragen?


5 mei 2014

Reacties op het vorige bericht:


Pietje Visser Roorda schrijft: Kun je bij het schrijven van je boek, zo' n onbeantwoorde vraag invullen? Of is dat niet de bedoeling?
           ANTW: Leuke vraag! Daar ben ik net over aan het nadenken. Het hangt er namelijk vanaf wat voor boek ik schrijf. Wordt het een biografie waarin ik                       mij alleen aan de feiten mag houden? Of maak ik er een roman van en laat ik mijn fantasie op zulke onbeantwoorde vragen los?


Evelien Vonkeman schrijft: Ik las vandaag ergens dat in april 1945 eveneens in Sandbostel is omgekomen:de Surinaamse activist, schrijver, vakbondsman: Anton de Kom.

            ANTW: Ja, dat heb ik mij ook al afgevraagd of ze elkaar tegen gekomen zijn!


4 mei 2014

Laatste brief

In de familie Roorda werden veel brieven geschreven. Vooral mijn grootvader Binne en zijn vader Philippus schreven lange epistels naar de verschillende familieleden. Veel van deze brieven zijn bewaard gebleven. Deze week kwam ik (waarschijnlijk) de laatste brief van Binne tegen. Deze is op zondag 28 januari 1945 geschreven.


Binne schrijft de brief aan zijn broer Martinus en zijn vrouw Marie. Hij is voor zijn examen om dominee te worden geslaagd. Het examen verliep niet op alle punten even vlot vond Binne, maar hij schrijft: ‘Ik ben blij dat ik zover ben. ‘k Had vandaag in Stadskanaal moeten preken, maar het weer verhinderde gisteren elk reizen: ik ben nog op weg geweest, bleef in de sneeuw hangen.’


Verderop in de brief schrijft mijn grootvader Binne: ‘Arrestaties en deportaties zijn hier aan de orde van de dag.’ Toen ik dat las, dacht ik aan Bettie Jongejan van het Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen. Zij vertelde mij vorig jaar: ,,Vanaf september ’44 tot het voorjaar van ’45 gingen zowel de Sicherheitsdienst als veel Nederlandse rechercheurs die joden oppakten, vanuit Amsterdam naar Groningen. Daar gingen ze als gekken tekeer.”


Gelukkig vond deze politie de familie van Dam niet. Mijn grootvader Binne wel. Anderhalve week na het schrijven van de brief wordt hij opgepakt, waarschijnlijk door de Sicherheitsdienst van de Duitsers. De brief stopt midden op de bladzijde. Riep ‘juf’ hem om te komen eten? Begon hij een gesprek met Aalje van Dam? Was het tijd om naar de kerk te gaan? We zullen het nooit weten. De laatste twee zinnen van de brief zijn: ‘Zitten sterk in spanning over den toestand van ons volksleven. – Schrikkelijke gruwelen in Dockum.’



25 april 2014

Vandaag is het 69 jaar geleden dat mijn grootvader Binne Roorda in het concentratiekamp Sandbostel aan uitputting overleed. Zijn vijf kinderen in de leeftijd van 15 tot 21 jaar hoorden dat in juni 1945 van een medegevangene van Binne uit Smilde.


Binne Roorda is door de geallieerden in een massagraf bij Sandbostel begraven. Later is hij herbegraven op de erebegraafplaats in Loenen. Zijn kinderen hadden geen vader en moeder meer.


21 april 2014

Een foto-impressie van mijn reis naar Israël: klik hier


19 april 2014
Verstopplekken
Bij de arrestatie van mijn grootvader Binne op 7 februari 1945 moesten tien mensen zich verstoppen. De acht joden en Philippus en Gerrit, de twee zonen van Binne van 19 en 20 jaar oud. Waar hadden ze zich verstopt?

De joodse familie zat achter een boekenkast, onder het schuine dak in de voorste slaapkamer van het huis. Ze zaten daar erg krap, maar kregen frisse lucht door het gat van een weggehaalde steen.

Philippus en Gerrit lagen languit onder de houten vloer van hun vaders slaapkamer. Boven de serredeuren van de woonkamer was een ruimte waar ze in kropen. Hun zus sloot de ruimte af met de vloerplanken. Het traangas dat de Duitsers in huis gooiden, bereikte hen wel. Vooral Philippus die vooraan lag, kreeg het erg benauwd.

De Duitser die in huis kwam, keek vluchtig rond en vond niemand. Ook hij wilde waarschijnlijk snel naar buiten vanwege het traangas

14 april 2014
De komst van oma Doet
Zelma Philips was de vijfde onderduiker van mijn grootvader Binne Roorda. Ze werd door iedereen ‘oma Doet’ genoemd, omdat ze in Doetichem woonde. Haar man en zoon werden in het najaar van 1942 naar Westerbork vervoerd, maar zij wist te ontkomen door te doen alsof ze heel ziek was. Dit vertelt haar kleinzoon Benjamin in het interview.

De Duitsers brengen Zelma Philips naar het ziekenhuis, waar ze onder voortdurende bewaking staat. Vanuit het ziekenhuis stuurt Zelma een brief naar de schoonouders van haar dochter Aletta in Groningen, opa en oma van Dam, die nog niet ondergedoken zijn. Zo hoort mijn grootvader Binne van haar nijpende situatie en hij besluit om haar op te gaan halen.

Wanneer Binne Roorda in Doetichem bij het ziekenhuis komt, hoort hij dat de Duitsers die Zelma bewaken, ’s middags even een theepauze nemen, tegelijk met het ziekenhuispersoneel. In die pauze maakt hij Zelma duidelijk dat ze direct met hem mee moet gaan. Ze stappen samen op de trein naar Arnhem en zijn net op tijd. Kort daarna wordt het station afgesloten en wordt iedereen gecontroleerd.

In Arnhem blijven Binne en Zelma een paar dagen bij een oom van Binne, die Lieuwe heet. Dan stappen ze samen in de trein naar Groningen. Het verhaal gaat dat ze in een trein met Duitse soldaten stapten, omdat dat het minst opviel. Ze reisden apart van elkaar. ‘Oma Doet’ zag er niet joods uit. Ze komen veilig in de Ernst Casimirlaan aan.

3 april 2014
Ik kijk terug op een zeer goede tijd in Israel. In de komende maanden ga ik aan het werk met wat ik van Benjamin hoorde. Zo nu en dan zal ik daar wat over vertellen. Op het filmpje staat een fragment van een interview waarin hij vertelt over de ontsnapping van zijn oma Zelma Philips. Toen de Duitsers haar kwamen halen, deed ze alsof ze doodziek was en werd ze opgenomen in een ziekenhuis. Later heeft mijn grootvader Binne haar uit dit ziekenhuis naar Groningen gebracht.



Wil je op dit filmpje reageren, mail me dan op ytje@drijfveren.info


25 maart 2014
Vandaag bracht ik een bezoek aan Yad Vashem in Jeruzalem. Het is een museum dat een herinnering is aan de 'Shoah', de joodse naam voor de Holocaust. Verbijsterend. Het is zo overweldigend dat vooral de 'kleine' persoonlijke verhalen mij bijblijven. Mijn grootvader kreeg een Yad Vashem onderscheiding, waardoor hij de eretitel 'Rechtvaardige onder de volkeren' kreeg van het land Israël. Deze wordt gegeven aan niet-joden die joden tijdens de Shoah hebben geholpen. 'Binne Roorda' staat daarom bij het museum in een muur gegraveerd. Hier heb ik zijn naam op de muur gevonden.

Rechtvaardigen onder de Volkeren
In het archief van Yad Vashem staat het volgende getuigenis over Binne: '[...] but Binne was interrogated under torture. He did not speak and was arrested and sent to the Neuengamme and then the Sandbostel concentration camps. Reports mention that Binne was an inspiration to his fellow prisoners, always guided by his firm religious beliefs. On April 15, 1945, just before the liberation of the camp, Binne died, aged 47. In 1958, his body was identified in a mass grave and was moved to the Netherlands where he was buried in the honorary cemetery in Loenen, Gelderland. On September 8, 1996, Yad Vashem recognized Binne Roorda as Righteous Among the Nations.'

Heb je ideeën, opmerkingen of suggesties, mail me dan op ytje@drijfveren.info


22 maart 2014

In een kibboets ten noorden van Haifa is het ghetto fighters museum (Lohamei HaGeta'ot In het Ivriet). Afgelopen woensdag zijn we daar met Benjamin van Dam naar toe geweest. Ik had natuurlijk de dictafoon in aanslag, want de hele dag zei hij belangrijke dingen over zijn eigen onderduiktijd. In het museum is een Nederlandse afdeling met foto's, films en voorwerpen uit de Tweede Wereldoorlog. Daar ligt ook de ansichtkaart van de familie van Ben, verstuurd naar een vriendje, vanuit de trein die hen naar het concentratiekamp, naar de dood bracht.


 Bij het museum is ook een afdeling speciaal voor kinderen toegankelijk gemaakt, met uitingen van kinderen. Bijvoorbeeld deze glas in lood ramen, die gemaakt zijn van tekeningen van kinderen uit het ghetto.

Museum
De tekeningen waren vrolijk (met natuurlijk een diepere betekenis), maar hoe verder je in dit museum kwam, hoe angstaanjagender het werd. Het werd donkerder, ik hoorde treingeluiden, er hingen foto's, werden filmpjes gedraaid en langs de gang die je steeds dieper in het museum bracht, stonden dit soort bordjes:


Gisteren het laatste uitgebreide interview met Ben van Dam gehad. Het was zeker de moeite waard om naar Israël te gaan en hem persoonlijk te spreken!

Heb je ideeën, opmerkingen of suggesties, mail me dan op ytje@drijfveren.info


18 maart 2014

Het eerste interview met Benjamin van Dam had ik gisteren. Het was een goed gesprek over zijn leven voor en aan het begin van de oorlog. Benjamin vertelde ook het verdrietige verhaal van joodse kennissen in Zuidlaren die weggevoerd werden naar een concentratiekamp. Een zoon van hen gooide nog een kaart uit de trein voor zijn vriendje. Morgen gaan we met Ben naar een museum in een kibboets hier vlakbij, waar onder andere de kaart van deze jongen te zien is.

Heb je ideeën, opmerkingen of suggesties, mail me dan op ytje@drijfveren.info


14 maart 2014
Vanaf de berg Karmel een bericht uit Israël! Ik verblijf hier in een ouderenhuis in Haifa en dat had niet beter gekund. Veertig procent van de bewoners komt uit Nederland en in de gemeenschappelijke ruimten hoor je behalve het Ivriet veel Nederlands. Het huis is vol met verhalen, verhalen over de Holocaust. Gisteravond vertelde een oude dame mij haar onderduikverhaal. Volgende week ga ik Ben van Dam interviewen. Ik ontmoette hem en zijn vrouw Lily al in hun appartement hier vlakbij. Het was een warm en hartelijk weerzien. Morgen is het sabbat en zondag het Purimfeest, het bijbelse verhaal over koningin Esther. De hamansoren (koekjes) kreeg ik als welkomstcadeautje van Ben. Het is een vrolijk feest, nu lopen er al mensen verkleed op straat rond. Vandaag wilden we naar Nazareth, Kana en het meer van Tiberias, maar we kwamen niet verder dan het meer van Tiberias. Daar zochten we naar een restaurant, maar belandden we bij een Arabische Israëlisch gezin aan tafel. Zo ongelooflijk gastvrij en vriendelijk! Veel vis met brood en humus, Arabische koffie en muntthee. Zij spraken geen Engels, wij geen Arabisch, maar vertaalprogramma's op telefoons deden wonderen.

Heb je ideeën, opmerkingen of suggesties, mail me dan op ytje@drijfveren.info


6 maart 2014
Van de joodse onderduikers bij mijn grootvader Binne, is alleen Benjamin van Dam nog in leven. Hij woont in Israel en ik ga hem zeer binnenkort in Haifa opzoeken en interviewen. Ik zal proberen zo nu en dan een bericht op de website te plaatsen


5 maart 2014
Deze foto, die ik al eerder plaatste, gaf wat misverstanden, want wie zijn het? Hij is gemaakt in een van de laatste weken van de gereformeerde school in Oudeschip, in 1938. Naast mijn grootvader Binne staat een klein meisje, Annie Jonker. Van haar kreeg ik deze foto. De zittende vrouw is de handwerkonderwijzeres Fenna Bulthuis. Achteraan met de geblokte jurk staat Franktje Achterhof. Zij gaf de laatste drie maanden les op de school. Ze werd later als dichteres bekend onder het pseudoniem Anka Brands en ze bewerkte drie liederen voor het gereformeerde kerkboek. Van de drie andere kinderen weet ik de namen niet.
Binne Roorda Heb je ideeën, opmerkingen of suggesties, mail me dan op ytje@drijfveren.info


28 februari 2014

Vorige week ben ik bij Fré Kooij in Roodeschool geweest. Zijn moeder werkte als hulp in de huishouding bij mijn grootvader Binne in Oudeschip in de jaren nadat mijn grootmoeder Pietje overleden was. Fré Kooij bestudeerde de (kerkelijke) geschiedenis van Oudeschip en Roodeschool. Hij liet mij foto’s zien en daartussen zag ik opeens het kenmerkende handschrift van mijn vader Gerrit. Hij had voor een kennis van Fré alle namen van de klassenfoto (zie 22 januari jl) opgeschreven. Ik hoorde ook van Fré Kooij dat mijn grootvader een heel uitgesproken iemand was. Hij had vrienden en vijanden, maar niets daar tussenin.

Heb je ideeën, opmerkingen of suggesties, mail me dan op ytje@drijfveren.info

24 februari 2014
Stel dat in oktober 1942 acht joden bij Binne Roorda op de stoep hadden gestaan, vragend om onderdak. Dan kan ik mij voorstellen dat hij had gezegd: ,,Ik wil u graag helpen, maar mijn huis is te klein.” Toch waren er uiteindelijk acht joodse onderduikers bij hem aan de Ernst Casimirlaan 4a.

Op 16 februari jl. beschreef ik de komst van de eerste vier onderduikers in oktober 1942: Aalje en Aletta van Dam met hun twee zonen. In maart 1943 kwamen de ouders van Aalje, Benjamin sr. en Geertje, samen met hun nicht Roza Lazarus. Hoe zij aan de Ernst Casimirlaan arriveerden, hoorde ik van verschillende kanten en omdat het zeventig jaar later is, waren het verschillende verhalen. Een eerste reconstructie staat op pagina "oorlog".

Heb je ideeën, opmerkingen of suggesties, mail me dan op ytje@drijfveren.info


16 februari 2014
De eerste vier onderduikers
3 oktober 1942. ’s Middags om ongeveer vier uur gaat de voordeurbel aan de Ernst Casimirlaan 4a. Grietje, de veertienjarige dochter van Binne Roorda, opent de deur en ziet een mevrouw met een kleine jongen staan. De onbekende mevrouw vraagt naar meneer Roorda en of ze mag binnenkomen om op hem te wachten. Het zijn Aletta van Dam en haar zesjarige zoon Jacob. Het duurt een poosje voordat Binne thuiskomt en Jacob verveelt zich. Vrolijk klimt hij op een stoel en tuurt door de suitedeuren in de achterkamer. Grietje ziet het en lacht. Ze begrijpt dat dit joodse mensen zijn, want daar praatte haar vader wel met hen als kinderen over.
Wanneer Binne thuiskomt en hoort van de onverwachte gasten, schrikt hij heel even terug, ziet Grietje. Hij realiseert zich waar hij aan begint. ’s Avonds belt ook Aalje, de echtgenoot van Aletta aan. Hij heeft hun oudste zoon Benjamin van twaalf bij zich. Binne bespreekt met hen dat ze een paar dagen kunnen blijven. Wanneer Jacob dat hoort, wordt hij erg verdrietig en huilt met zijn hoofd op zijn moeders schoot. Intussen vertelt Aalje hoe hij en Benjamin hun sterren hebben afgedaan en een eindje door het plantsoen liepen, verboden gebied voor hen als joden. Als Jacob dat hoort, schiet zijn behuilde kopje boven de tafelrand uit: ,,Maar daar mogen we helemaal niet komen!”

Grietje
 ,,Toen kreeg hij een plekje in mijn hart,” zegt Grietje meer dan zeventig jaar later, ,,dat jochie, eerst zo vrolijk. Ik had een speciale band met hem.”

Benjamin
Vanuit Israel mailt Benjamin: Mijn ouders en wij jongens kwamen op een zaterdagmiddag naar de Ernst Casimirlaan. Het was de bedoeling dat we bij familie van Binne zouden onderduiken, maar vanwege de zondag werd dit even uitgesteld. In de 24 uur daarop besloot Binne om ons gezin niet te splitsen (2 bij 2), omdat hij dit te traumatisch vond.

Heb je ideeën, opmerkingen of suggesties, mail me dan op ytje@drijfveren.info


12 februari 2014
Roggebrood
Naast een grootvader Binne Roorda heb ik ook een broer met dezelfde naam (en een neef en achterneven). Mijn broer Binne vertelde mij over het roggebrood. Tijdens de onderduiktijd van de familie van Dam werd er elke dinsdag een groot en zwaar stuk roggebrood afgeleverd aan de Ernst Casimirlaan 4a. Dat werd natuurlijk erg gewaardeerd, omdat er op een bepaald moment vijftien mensen gevoed moesten worden in een huis waar officieel vijf mensen woonden. (Behalve de acht joodse onderduikers moesten de zonen Philip en Gerrit ook onderduiken.) Maar wie zorgde voor dat roggebrood? Het kwam uit Gees, gemeente Oosterhesselen in Drenthe, maar wie het stuurde? Deze weldoener heeft zich nooit bekend gemaakt.

Heb je ideeën, opmerkingen of suggesties, mail me dan op ytje@drijfveren.info


5 februari 2014
Geloof
‘Hoe zoet en veilig en heerlijk is het leven in den Heere.’ Deze zin citeer ik uit een brief in 1920 van Binne Roorda aan zijn toekomstige vrouw Pietje Wassenaar. Dit leven ‘in den Heere’ stond centraal in het leven van mijn grootvader Binne. Dat blijkt uit alle brieven van hem, maar ook in elk interview dat ik had, werd dit genoemd.

Bijbel
Zo vertelde Tine, een oud-leerling van hem, dat het bekend was dat meester Roorda in de trein in de bijbel las. ,,Dan begon hij een gesprek met medepassagiers en ging hij altijd over de bijbel vertellen.” Trui ging als kind uit Oudeschip naar de zondagsschool van Binne. ,,Hij was heel christelijk en hij kon mooi vertellen. Hij was ook gul met mooie platen en dat vonden wij als kinderen geweldig.”

Dominee
Het zal dan ook niet verbazen dat Binne al vanaf zijn zestiende dominee wilde worden. Zijn vader Philippus heeft alleen geld voor een onderwijzersopleiding.... Lees verder op de pagina Geloof

Heb je ideeën, opmerkingen of suggesties, mail me dan op ytje@drijfveren.info



29 januari 2014

Ben(jamin) van Dam was 12 jaar toen hij in 1942 met zijn ouders en broertje van 6 jaar onderdook bij Binne Roorda aan de Ernst Casimirlaan in Groningen. Hij herinnert zich nog goed de maaltijden die op vaste tijden werden gehouden. Iedereen zat aan tafel, behalve opa en oma van Dam, zij aten op hun kamer. De gebeden van Binne aan tafel maakten diepe indruk op Ben. ,,Het gaf mij inzicht wat er omging in zijn ziel en hoe sterk Roorda in zijn geloof stond en nooit twijfelde aan de zegen van de Heer.”

Het was de gewoonte in het gezin Roorda dat iedereen aan tafel een andere bijbelvertaling voor zich had als er uit de bijbel gelezen werd. Ben van Dam herinnert zich nog heel goed de Duitse bijbel die Binne gebruikte. ,,Deze was gedrukt op dun luchtpostpapier en had een kunstzinnig kaft met motieven in de kleur rood.”

Later vraag ik oom Philip naar deze bijbel. Hij weet welke ik bedoel en laat hem zien. Het mooie kaftje zit er niet meer om, maar er ligt wel een geborduurde bladwijzer in en er staan aantekeningen in potlood bijgeschreven. Oom Philip vertelt dat zijn vader dit een hele goede vertaling van Hermann Menge vond. ,,Als het over een bepaalde tekst ging, dan keek vader altijd in Menge. Hij vertrouwde erop dat die het bij het rechte eind had.”
Heb je ideeën, opmerkingen of suggesties, mail me dan op ytje@drijfveren.info

22 januari 2014
In 1926 werd Binne Roorda hoofd van de gereformeerde school in Oudeschip. Het was een kleine school en het werd in de jaren voor de oorlog nog kleiner. Daarom werd het schooltje in 1938 opgeheven. De foto hieronder is waarschijnlijk uit het laatste jaar. Helemaal rechts zit juf (Fenna) Bulthuis en in het midden mijn grootvader. Kent iemand misschien één van de kinderen of weet meer van de school, neem alsjeblieft contact met me op.
1938

Heb je ideeën, opmerkingen of suggesties, mail me dan op ytje@drijfveren.info

17 januari 2014

Onverwacht bezoek
Op een dag in 1944 ging Uulke Roorda, een oomzegger van mijn grootvader Binne Roorda, op bezoek in de Ernst Casimirlaan 4a. Uulke was 13 en wist niets van de ondergedoken joodse familie van Dam. Zijn neef Gerrit ving hem op in de gang en zei: “Je kunt even niet in de voorkamer komen, het is een vreselijke rommel daar.” Ze praatten nog wat in de gang en dan ziet Lieuwe plotseling een vreemde mevrouw van de trap afkomen en naar het toilet gaan. Het was tante Roza, maar dat wist Uulke niet en hij zei tegen Gerrit: “Zag je dat? Wie is die vrouw?” ”Oh, dat is de buurvrouw,” zei Gerrit, “hun toilet is kapot.” Uulke was niet tevreden met dit antwoord en vroeg door: “Waarom kwam ze dan van de trap?”

Jo Berger
Wat voor smoesje Gerrit toen bedacht, is onbekend. Dit verhaal en vele andere hoorde ik vandaag van Uulke en zijn vrouw Lammy Berger. Het leuke was dat ik nu van twee kanten verhalen hoorde, want Lammy is de dochter van Johannes Berger, een zeer goede vriend van Binne Roorda. Er zijn brieven die deze vrienden aan elkaar schreven over hun jonge gezinnen, over het overlijden van Pietje, mijn grootmoeder, over hun geloof en vertrouwen op God.

Heb je ideeën, opmerkingen of suggesties voor zowel mijn site als mijn zoektocht, mail me dan op ytje@drijfveren.info

9 januari 2014
Tine
Ik interview mensen die mijn grootvader Binne Roorda gekend hebben. Ze zijn allemaal tussen de tachtig en negentig jaar oud. Ik begon mijn oom en tantes te interviewen, de kinderen van Binne (mijn vader is overleden), maar al snel breidde de lijst zich uit met mensen die hem van vroeger kenden. Zoals Tine Wiertsema (89), met wie ik in oktober van 2013 en gesprek had.

Details
Het leuke was dat Tine allerlei details over Binne wist te vertellen, waardoor ik hem weer beter leerde kennen. Je zag hem nooit zonder zijn garibaldihoed op, een zwarte bolhoed en hij reed op een ploffiets. (Helaas heb ik hier nog nergens foto’s van gevonden.) Zijn huishoudster, ‘juf’, bracht hem in de pauze warme chocolademelk. “Hij zat altijd met die chocola te spoelen in zijn mond”, zei Tine. Ik zie dat voor mij, omdat mijn vader ook zulke gewoonten had.

Van Dam
De moeder van Tine kende als jong meisje de familie van Dam al in Warffum. Ze woonde met haar ouders naast hen en deed op sabbat het licht voor hen aan

Heb je ideeën, opmerkingen of suggesties, mail me dan op ytje@drijfveren.info


3 januari 2014
Weer aan de slag na een periode van rust. Al het goede in 2014 toegewenst!
Interview in de tuin
In 2013 heb ik heel wat gesprekken met mijn oom en tantes gehad. Ze hebben allemaal hun eigen herinneringen aan hun vader Binne Roorda en aan de onderduiktijd van de familie van Dam in de oorlog. In de zomer van 2013 had ik weer zo’n boeiend gesprek bij mijn oom Philip in de tuin. Tijdens dat interview zijn er foto’s en een video-opname gemaakt, waarvan ik hier een fragment laat zien.

Groep ‘De Groot’
In ditzelfde gesprek vraag ik aan mijn oom hoe het kan dat zijn gereformeerde vader (volgens een kaart van het OVCG) lid was van de verzetsgroep ‘De Groot’, waarvan de leider een socialist was. Oom Philip antwoordt: ,,Er zaten ook communisten in die groep. Het is inderdaad merkwaardig, maar ik weet niet waarom hij daar lid van was. Ik heb altijd begrepen dat vader extra bonkaarten kreeg via die groep, want de familie van Dam moest natuurlijk ook eten en drinken. Zo schijnt dat contact daarom gegaan te zijn. Verder weet ik daar niets van.”

Vragen
Binne vertelde in de oorlog natuurlijk weinig over zijn ondergrondse activiteiten, hoe minder iedereen wist hoe beter. Dat heeft tot gevolg dat ik nu veel vragen heb. Waarom was Binne geen lid van de gereformeerde verzetsgroep? Binne zijn naam komt niet op de ledenlijst van de groep ‘De Groot’ voor, maar was hij toch lid? Waar kreeg hij de bonkaarten voor zijn onderduikers vandaan? Hoe kom ik daarachter?

Heb je ideeën, opmerkingen of suggesties, mail me dan op ytje@drijfveren.info

20 december 2013
Als kind had ik van mijn moeders kant een opa en een oma en van mijn vaders kant had ik ‘juf’, een oudere vrolijke dame. Wij wisten allemaal dat juf Maaike de Zoete heette, maar juf was juf. Ze zorgde voor de kinderen van mijn grootvader Binne nadat zijn vrouw, mijn grootmoeder Pietje, vlak na de geboorte van hun jongste kind overleden was. Ze werd door hen ook juf genoemd en dat is altijd zo gebleven. Juf zorgde voor de kinderen en voor het huishouden en later ook nog voor de acht onderduikers. Ze had een enorm organisatietalent. Denk alleen maar aan het eten dat ze voor vijftien personen moest binnenhalen. Dat kon niet bij de dichtstbijzijnde buurtsuper, want dan zou iedereen argwaan krijgen, daarom werden her en der in Groningen boodschappen gedaan.

Wil je reageren, mail me dan op ytje@drijfveren.info


16 december 2013
Op een warme zaterdag in augustus 2013 deed ik mee aan een Battlefield Tour in Groningen, een wandeling waarbij Joël Stoppels vertelt over de bevrijding van de stad in 1945. We stopten in de Ernst Casimirlaan en Joël vroeg wat ons daar opviel aan de ramen van de nummers 2 en 4. We zagen 'glas in lood' ramen naast de voordeuren en het ontbreken daarvan op nummer 4a. Dat raampje werd namelijk ingeslagen tijdens de inval op 7 februari 1945 om een traangasbom naar binnen te kunnen gooien.. . De raampjes zijn goed te zien op google maps streetview


Wil je reageren, mail me dan op ytje@drijfveren.info



4 december 2013

Deze week leende ik een interessant boek: Liefste, we zijn op reis, dat Jacqueline Quarles van Ufford over haar grootvader schreef. Daarin noemt ze ook ‘dominee Roorda’. Wat gebeurt er precies met Binne Roorda, nadat hij op 7 februari 1945 wordt opgepakt? Waarom gaat hij naar twee kampen, Neuengamme en Sandbostel? Waarom overlijdt hij na zo'n (relatief) korte tijd op 25 april 1945?

Een tipje van de sluier wordt opgelicht in dit boek. Hierin staat dat bij het ontruimen van het concentratiekamp Neuengamme, op zondag 8 april 1945 een treintransport vertrekt met bestemming Bergen-Belsen. De gevangenen zitten in volgepropte en afgesloten wagons, waar sanitaire voorzieningen ontbreken. Er is geen verzorging, geen eten of drinken en ondertussen sterven er veel van hen. Dode en levende mensen liggen door elkaar. Deze treinen gaan tussen de troepen- en materieeltransporten door, die voorgaan en ze rijden vooral ’s nachts,.

Zo zwerven zij door Noord-Duitsland, heen en weer. Uiteindelijk komen ze na tien dagen in Sandbostel aan. De totaal afgelegde afstand is 880 km, rechtstreeks is de afstand 81 km. De aankomst is huiveringwekkend: levenloze of stervende lichamen worden op een stapel gesmeten, voordat ze op wagens naar Sandbostel worden gereden. De overlevenden moeten nog 12 km lopen naar het kamp. In deze trein zat mijn grootvader Binne.


Week 48
Deze week een boeiend gesprek met mevrouw Wop Vos gehad. Deze dame van 86 woonde op een boerderij in Roodeschool. Haar vader en 'meester Roorda' hadden discussies over kerkelijke zaken, de één was voor Kuyper, de ander tegen. Dat ging er heftig aan toe, maar 'ze gingen altijd met een handdruk weer uit elkaar'. Wop luisterde mee vanuit de bedstee en kreeg vaak een sinaasappel van meeester Roorda toegestopt. Die gaf hij tussen de bedsteedeuren door.

Mevrouw Wop Vos haar vader was boer en wie kwam er als veehandelaar? Aalje van Dam! Als hij kwam, klopte hij op het raam en zei: ,,Kom moar binn'n, as't gain jeud is" en dan stapte hij naar binnen. In de tweede wereldoorlog bracht Wop Vos haar broer Auke boter, kaas, melk en eieren en ook zelfgemaakte zeep naar Winsum. Niemand wist voor wie dit bestemd was. Achteraf bleek het naar meester Roorda en de onderduikers in Groningen te gaan. ,,Die zeep maakten we van lijnzaad", vertelde Wop trots.


--------