Drijfveren

van De Schrijfster



De schrijfster


Het begon met kleine verhalen schrijven over mijn kinderen. Ik heb een hoge dwarslaesie, maar mijn twee kinderen vonden dat ongewone heel gewoon. Nade lerarenopleiding en twaalf jaar lesgeven, bleef het schrijven trekken en begon ik in 2003 aan de opleiding Journalistiek aan Windesheim in Zwolle. Tussen 2006 en 2009 schreef ik regelmatig achtergrondartikelen voor het Nederlands Dagblad. Met veel interesse verzamelde ik informatie over verschillende onderwerpen en schreef er met plezier een artikel over. Meer persoonlijke verhalen schreef ik over de begraafplaats Selwerderhof in Groningen. Ik sprak daar mensen aan en schreef hun verhaal in de krant.

Brieven
Vanaf 2009 tot nu las ik brieven uit het familiearchief van de familie Roorda. In mijn familie was een cultuur van brieven schrijven en alle brieven werden bewaard. Ik las brieven van mijn over-overgrootmoeder Grietje aan haar zoon Lieuwe. En de brieven van mijn overgrootvader Philippus aan zijn broer, dezelfde Lieuwe. Later volgden brieven van de kinderen van Philippus, waaronder mijn grootvader Binne en ook van zijn broer en zus Martinus en Djoke, die ik goed gekend heb. Ik zie al die honderden brieven als een kostbaar bezit. Alleen al om te lezen hoe een gereformeerde schoolmeesterfamilie aan het eind van de 19de en in het begin van de 20ste eeuw leefde. Waar ze aan dachten, wat ze belangrijk vonden. Maar dat het mijn voorouders zijn, dat ik karaktereigenschappen in hen herken, maakt het des te boeiender.

Schrijven
Tijdens het lezen van al die oude brieven kwam ik steeds meer tot de overtuiging dat ik er iets mee wilde doen. Dit was zo interessant, hier wilde ik een boek over schrijven. Maar hoe en met welke invalshoek? Die vraag werd beantwoord toen ik in mei 2013 Pauline Broekema, na haar lezing over een boek dat ze wilde schrijven, even sprak. Zij kende het verhaal van mijn grootvader Binne en de familie van Dam en zei tegen mij: “Schrijf over Binne Roorda, dat is de belangrijkste en meest interessante persoon. Niet alleen omdat hij acht joden geherbergd heeft, maar ook omdat hij in dezelfde tijd een belangrijke rol in de Vrijmaking speelde.” Dit was de laatste duw die ik nodig had. De interviews zijn begonnen, brieven worden opnieuw gelezen en ik ben met mijn oom Philippus, tante Grietje en tante Foekje in het huis geweest waar ze in de Tweede Wereldoorlog woonden. En sinds kort ben ik ook gaan schrijven!

Ytje Stevens-Roorda






© drijfveren